Een Poolse vennootschap oefent een economische activiteit uit van ‘hotelbroker’. In dat kader biedt zij aan haar klanten (ondernemers die commerciële activiteiten verrichten) de mogelijkheid om accommodatie te boeken in hotels en andere soortgelijke inrichtingen in Polen en in het buitenland. De vennootschap koopt op eigen naam en voor eigen rekening de accommodatiediensten in bij andere btw-plichtigen om ze aan haar klanten door te verkopen.
In functie van de behoeften en verwachtingen van haar klanten geeft de onderneming ook advies over de keuze van de accommodatie en helpt zij bij het organiseren van hun reis. In de meeste gevallen verleent de onderneming enkel accommodatiediensten. Hiervoor vraagt ze een prijs die naast de kosten voor het verwerven van die diensten, ook haar winstmarge omvat.
De Poolse fiscus vindt dat de wederverkoop van accommodatiediensten geen ‘reisdienst’ is en dus niet onder de bijzondere reisbureauregeling valt. Daarvoor is volgens de fiscus vereist dat er sprake is van een samengestelde dienst die bestaat uit een reeks eigen en externe diensten, en dus meerdere diensten moet omvatten. De enkele doorverkoop van accommodatie is geen samengestelde dienst.
Margeregeling voor reisbureaus
De bijzondere margeregeling voor reisbureaus is volgens artikel 306 btw-richtlijn van toepassing op de handelingen van reisbureaus, voor zover zij niet als tussenpersoon, maar op eigen naam tegenover de reiziger handelen en voor de totstandbrenging van de reizen gebruikmaken van goederenleveringen en diensten van andere btw-plichtigen. Deze regeling is een uitzondering op de algemene regeling van de btw-richtlijn, en mag dus enkel toegepast worden voor zover dit voor de verwezenlijking van de doelstelling ervan noodzakelijk is.
Volgens het Hof heeft deze bijzondere regeling in hoofdzaak tot doel de problemen te vermijden die de algemene bepalingen van de btw-richtlijn zouden veroorzaken, in het bijzonder voor de handelingen die de verrichting van diensten van derden omvatten. De algemene regels met betrekking tot de plaats van heffing, de maatstaf van heffing en de aftrek van voorbelasting zou door de grote verscheidenheid van die prestaties en de plaatsen waar ze worden verricht, tot praktische moeilijkheden leiden. En dat zou dan weer leiden tot een belemmering van de uitoefening van die werkzaamheden.
Reisbureau
De bijzondere reisbureauregeling is enkel van toepassing op btw-plichtigen die op eigen naam tegenover de reiziger handelen en voor de totstandbrenging van de reizen gebruikmaken van goederenleveringen en diensten ingekocht bij andere btw-plichtigen.
In deze zaak staat het vast dat de Poolse onderneming als hotelbroker op eigen naam bij andere btw-plichten accommodatiediensten inkoopt om ze door te verkopen aan haar klanten. Ze wordt dan ook beschouwd als reisbureau inzake btw en komt in principe in aanmerking voor de bijzondere reisbureauregeling. Bovendien zijn de activiteiten van de Poolse onderneming vergelijkbaar met die van een reisbureau of touroperator. Afhankelijk van de behoeften en verwachtingen van haar klanten, geeft de onderneming ook af en toe advies over de keuze van de accommodatie en verleent ze bijstand bij het organiseren van reizen.
Reisdienst
Omdat de onderneming voor btw als reisbureau wordt beschouwd, is de vraag of de verrichte accommodatiediensten onder de bijzondere regeling voor reisbureaus vallen als er geen aanvullende diensten worden verricht.
In de zaak Alpenchalets Resorts (C‑552/17 dd. 19.12.2018) besliste het Hof dat het van de bijzondere reisbureauregeling uitsluiten van een dienst, enkel omdat die uitsluitend betrekking heeft op het verstrekken van accommodatie, zou leiden tot een met de doelstellingen van de btw-richtlijn strijdig ingewikkeld belastingstelsel, waarin de bestanddelen van de aan iedere reiziger aangeboden diensten zouden bepalen welke btw-regeling van toepassing is.
Het verstrekken van vakantieaccommodatie door een reisbureau is dan ook een reisdienst die onder de bijzondere regeling voor reisbureaus valt, ook al omvat deze dienst enkel accommodatie.
Dictum van het Hof
Artikel 306 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat het door een belastingplichtige inkopen van accommodatiediensten bij andere belastingplichtigen en het doorverkopen ervan aan andere marktdeelnemers onder de bijzondere regeling voor reisbureaus op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde valt, ook al is er geen sprake van aanvullende diensten.
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216