Voor afbraak en heropbouw van privéwoningen besliste de regering eind 2023 om het verlaagd btw-tarief van 6% in de 32 bij KB opgesomde steden, en de tijdelijke btw-verlaging (die liep tot 31.12.2023) voor afbraak en heropbouw in de rest van België en de verkopen van na afbraak heropgerichte woningen in heel België te hervormen. Sinds 1 januari 2024 geldt het verlaagd tarief in heel België, maar enkel voor de afbraak- en heroprichtingswerken zelf en met naleving van de sociale voorwaarden uit de tijdelijke btw-verlaging (enige woning van maximum 200 m² en de woningen die op lange termijn zijn bestemd voor de sociale verhuur (aan of via een sociaal verhuurkantoor). De verkopen van na afbraak heropgerichte woningen genieten niet langer het verlaagd tarief (met uitzonderingen van verkopen in 2024 onder de overgangsregeling). Met ingang van 1 juni 2024 werd het verlaagd tarief uitgebreid naar afbraak en heropbouw van woningen die bestemd zijn om voor minstens 15 jaar te worden verhuurd:
Om het verlaagd tarief te kunnen toepassen voor de enige en hoofdzakelijk eigen woning van de bouwheer-natuurlijke persoon, mag er geen ‘verhinderend’ bezit zijn. Maar daarbij wordt geen rekening gehouden met:
Deze voorwaarde van enige en hoofdzakelijk eigen woning moet vervuld blijven tot 31 december van het vijfde jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming van de woning door de bouwheer-natuurlijke persoon. Als ze binnen deze periode niet langer vervuld is, dan moet de bouwheer het genoten btw-voordeel terugstorten voor het jaar waarin de wijziging zich voordoet en voor de nog te lopen jaren van deze periode, en dit tot beloop van een vijfde per jaar.
Gevraagd naar de gevolgen van de inbreng in de huwelijksgemeenschap door de enige en hoofdzakelijk eigen woning van een van de partners, bevestigt de minister dat als de verkrijger zijn eigendomsrecht met betrekking tot deze woning, waarvoor hij het verlaagd btw-tarief heeft genoten, geheel of gedeeltelijk vervreemdt, dan kan hij ertoe gehouden zijn het genoten belastingvoordeel (deels) terug te storten, tenzij er sprake zou zijn van overmacht.
Als die partner bij aankoop van de volle eigendom van de woning dit tariefvoordeel over de volledige maatstaf van heffing heeft genoten, dan moet hij in het geval van een inbreng in de huwelijksgemeenschap tijdens de voormelde vijfjarige periode, het genoten btw-voordeel zoals hiervoor toegelicht terugstorten tot beloop van het aandeel dat de andere partner zal verwerven (in principe de helft). De inbreng van de woning in de huwelijksgemeenschap heeft volgens de minister het vervreemden van een deel van de eigendomsrechten met betrekking tot die woning tot gevolg en dit kan niet aangemerkt worden als een geval van overmacht. Overmacht is een onvoorzienbare en onvermijdbare gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van de schuldenaar en die een onoverkomelijk beletsel uitmaakt voor de nakoming van de verbintenis.
Vr. & Antw. Kamer, 2023-2024, 55-134, 4 mei 2024, vraag nr. 1798, W. Beke, 5 december 2023
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216