Ophalen, vervoer, opslag en verspreiding mest kan als één globale dienst worden beschouwd

Het Hof van Cassatie bevestigt het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 16 februari 2010 waarin werd bevestigd dat ophaling, vervoer, opslag en uitspreiding van mest als één globale dienst moet worden beschouwd waarbij de hoofdverrichting van de dienstverrichter het uitspreiden van mest is. Het geheel moet als een landbouwdienst beschouwd worden dat belastbaar is aan het tarief van 6 % btw.
 
Hof van Cassatie, 24 november 2011

Belgische regeling kostendelende verenigingen in strijd met Europees recht?

Via een kostendelende vereniging (al of niet met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid) kunnen vrijgestelde btw-plichtigen bepaalde kosten groeperen om vervolgens aan elk lid van de vereniging zijn aandeel in de kosten door te rekenen zonder dat hierover btw verschuldigd wordt (wasdienst van verschillende ziekenhuizen, IT-diensten binnen een groep van vrijgestelde financiële instellingen, …). Deze vrijstelling is voorzien in artikel 44, § 2, 1stebis Wbtw.
De Europese Commissie heeft aan Luxemburg een formeel verzoek gericht zijn wetgeving inzake de btw-vrijstelling voor kostendelende verenigingen bij te sturen omdat de vrijstelling ook van toepassing is indien de leden maximaal 35% van hun omzet met btw realiseren.
Maar de Belgische fiscus aanvaardt dat de omzet van de leden maximaal voor 10% uit niet-vrijgestelde omzet mag bestaan. Aangezien de Commissie de 35% die Luxemburg hanteert te hoog vindt, is de vraag of zij de 10% die België hanteert ook niet te hoog is. Het zou dus kunnen dat de Belgische regelgeving inzake de btw-vrijstelling voor kostendelende verenigingen eveneens aangepast zal moeten worden.
Persbericht Europese Commissie, IP/12/63 van 26 januari 2012

Administratieve richtlijnen voor nieuwe regeling notarissen en gerechtsdeurwaarders

Sinds 1 januari 2012 zijn de prestaties van notarissen en gerechtsdeurwaarders niet langer vrijgesteld van btw door artikel 44 Wbtw.
Zij moeten hun prestaties vanaf 1/1/2012 aan de normale regels inzake btw onderwerpen. De administratie verduidelijkt enkele situaties met betrekking tot de registratie, de eerste btw-aangiftes en de facturering (Info 01.01.12/1).
 
Notarissen: moeten mee aan de btw onderwerpen als onderdeel van de maatstaf van heffing:

het recht op geschriften
het OVAM-attest  Vlaanderen
het BIM-attest Brussel
kosten m.b.t. de aflevering van een kadastraal uittreksel 
kosten m.b.t. de inschrijvingen in de centrale registers van testamenten en huwelijksovereenkomsten

Zijn niet aan de btw onderworpen en worden beschouwd als voorgeschoten sommen in de zin van artikel 28 Wbtw:

registratierechten m.b.t. te registreren akten
hypotheekrecht en erelonen van de hypotheekbewaarder bij hypothecaire inschrijving
erelonen van de hypotheekbewaarder bij overschrijving van aktes die overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van de Hypotheekwet onderworpen zijn aan de formaliteit van de overschrijving
kosten van doorhaling van een hypothecaire  inschrijving, overschrijving of kantmelding
het rolrecht
kosten van publicatie in het Belgisch Staatsblad van vennootschapsakten op voorwaarde dat de factuur van het Belgisch Staatsblad rechtstreeks wordt opgemaakt op naam van de cliënt

Zowel gerechtsdeurwaarders als notarissen moeten uiterlijk 20 januari hun btw-nummer aanvragen.
Kwartaalaangevers mogen de handelingen van het eerste kwartaal opnemen in de btw-aangifte van het tweede kwartaal (indiening 20 juli 2012). Er moet dan voor het eerste kwartaal een nihil-aangifte worden ingediend.
Maandaangevers kunnen de handelingen van januari, februari en maart aangeven in de aangifte van april (indiening 20 mei 2012). Er moeten wel nihil-aangiftes ingediend worden voor de maanden januari, februari en maart.
Beide maatregelen zijn facultatief, dus notarissen en gerechtsdeurwaarders mogen reeds vroeger de normale regeling toepassen.
Notarissen zullen de btw op hun prestaties in verband met het verlijden van aktes slechts moeten afdragen aan de Staat wanneer de acte is verleden. Op provisies wordt de btw eveneens slechts opeisbaar wanneer de acte is verleden.
Ook gerechtsdeurwaarders zullen slechts de btw moeten afdragen aan de Staat wanneer ze de btw hebben ontvangen van de derde bij wie de bedragen in opdracht van de opdrachtgever worden ingevorderd. Gaat het om prestaties waarbij er geen derde partij is betrokken, is de btw volgens de normale regels opeisbaar (voltooiing dienst tenzij voorafgaandelijk wordt gefactureerd of geïncasseerd).
De btw die notarissen en gerechtsdeurwaarders in het verleden op hun bedrijfsmiddelen hebben betaald, kunnen zij alsnog ten belope van X/5 of X/15 in hun voordeel herzien als er nog jaren van de herzieningstermijn moeten lopen. Ook de btw op andere goederen en diensten die op 1/1/2012 nog niet zijn verbruikt kan alsnog afgetrokken worden. Zij gaan deze aftrek slechts kunnen uitoefen wanneer en voor zover er in het rooster 71 van hun periodieke btw-aangifte een aan de Staat verschuldigd saldo blijkt uit de handelingen zonder rekening te houden met deze historische aftrek. Indien niet alle btw uit het verleden gerecupereerd kan worden in de btw-aangifte wordt het resterende saldo overgedragen naar de volgende periode tot dat het volledig toegerekend is kunnen worden.
Om van bovenstaande maatregel gebruik te kunnen maken, moet er wel een inventaris van de bedrijfsmiddelen en de niet verbruikte goederen en diensten worden ingediend op het lokale btw-controlekantoor.

Regering herziet maatregelen VAA wagens

Vandaag, 25 januari 2012, werd aangekondigd dat de maatregelen inzake de berekening van het voordeel alle aard inzake personenwagens wordt herzien.
Enerzijds om misbruik te vermijden, door wagens aan verbonden vennootschappen te verkopen aan een lage prijs om op die manier de belastbare basis van het voordeel alle aard te drukken, zal de berekening gebaseerd zijn op de nieuwwaarde en niet de prijs die werkelijk werd betaald of gefactureerd.
Daarnaast zal deze nieuwwaarde jaarlijks met 6% verminderen tot men na 5 jaar op 70% van de nieuwwaarde zit. Eens de 70% is bereikt, daalt de waarde niet verder meer.
Voor de btw-regeling vanaf 2012 inzake voordelen alle aard van firmawagens en eventuele aftrekbeperking in functie van beroepsgebruik, is het nog steeds wachten op het aangekondigde addendum.
Deze nieuwe regeling zal het VAA in hoofde van zaakvoerders en personeel niet drastisch doen dalen. Men kan het zelfs geen klein doekje tegen het bloeden noemen. Ondernemers zullen dus blijven zoeken naar mogelijke uitwegen om een zware taxatie van het voordeel alle aard te vermijden, door de wagen privé te houden en een verhuurprestatie aan te rekenen aan hun vennootschap en vooral voor werkgevers, door wagens van een lagere categorie aan te bieden.
De kans dat de gewijzigde maatregel niet zal voorkomen dat de Schatkist enorme verliezen aan btw-ontvangsten op autoverkopen zal mislopen, blijft dus bijzonder reëel.

Problemen Intervat

De btw-aangiften voor het vierde kwartaal 2011 en de maand december 2011 moeten normaal ten laatste vandaag 20 januari worden ingediend, maar INTERVAT, de applicatie waarlangs de btw-aangiften ingediend moeten worden, ondervindt technische problemen. Rond de middag was de applicatie weer beschikbaar, maar nu zouden er al terug problemen zijn.
Zolang er geen uitstel wordt afgekondigd voor indiening van de btw-aangiften, blijft voormelde termijn van toepassing. Maar als de applicatie niet snel terug actief is, verwachten wij niet dat er sancties zullen volgen voor aangiftes die de komende dagen alsnog worden ingediend.
Let wel: betalingen van verschuldigde btw moeten wel ten laatste vandaag zijn uitgevoerd.

Syndicale vertegenwoordiging moet primair doel zijn voor vrijstelling belangenvereniging

De fiscus publiceert de circulaire nr. ET 121.844 (Circulaire 1/2012) tot toelichting bij de vrijstelling van artikel 44, § 2, 11° Wbtw.
 
Dit artikel stelt vrij van btw, de diensten en de nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen:
ten behoeve en in het gemeenschappelijk belang van hun leden; 
verricht tegen betaling van een krachtens de statuten bepaalde bijdrage; 
door instellingen die geen winst beogen; 
en doeleinden van politieke, syndicale, religieuze, levensbeschouwelijke, vaderlandslievende, filantropische of staatsburgerlijke aard nastreven.
In verband met deze vrijstelling stelde de fiscus in de circulaire 12 van 29 december 1986, dat een deel van deze bijdragen toch aan btw is onderworpen (waardoor de instelling ook een gedeeltelijk recht op aftrek verkrijgt), wanneer zij betrekking heeft op voor de leden individuele verrichte prestaties in plaats van deze in het algemeen belang. Zo kon men aan de btw onderwerpen, het gedeelte van de bijdrage welke betrekking had op onder meer de levering van publicaties, het verstrekken van adviezen over diverse aangelegenheden en diensten van gemeenschappelijke aard die niet behoren tot de syndicale vertegenwoordiging of verdediging.
Maar in 2006 antwoordde de minister dat zelfs indien het individuele adviezen betreft of een internetsite die wordt gecreëerd of de uitgifte van een tijdschrift bestemd om haar leden in te lichten over haar activiteiten, deze laatste genoemde activiteiten beschouwd worden als behorende tot haar normale syndicale activiteit en zijn ze niet van aard om de voornoemde vrijstelling van de bijdragen die deze activiteiten dekken ter discussie te stellen (Vraag 3-5635, Nyssens, 12 juli 2006).
Dit antwoord heeft voor tal van belangenverenigingen voor problemen gezorgd omdat de btw-controleurs dergelijke instellingen vaak als volledig vrijgestelde btw-plichtigen ging beschouwen, met uiteraard verlies van de afgetrokken btw.
De nieuwe circulaire nuanceert voorgaande stelling en verduidelijkt de toepassing van de vrijstelling. Enkel de statutaire bijdrage kan de vrijstelling genieten. Andere vergoedingen die voor geleverde prestaties worden ontvangen vallen niet onder de vrijstelling.
Verder moet de instelling als primair doel de verdediging van de belangen en de vertegenwoordiging van de leden naar derden toe, waaronder de overheid. In dit geval worden individuele diensten in principe beschouwd als bijkomstig bij de vrijgestelde activiteit en is de instellingen in principe een volledig vrijgestelde btw-plichtige zonder recht op aftrek.
Als deze activiteit niet het primair doel is, dan is de vrijstelling niet van toepassing, ook al worden er activiteiten van syndicale aard verricht.
De circulaire komt erop neer dat belangenverenigingen die zich in hoofdzaak bezig houden met het ontwikkelen en uitbouwen van de industrie waarin haar leden actief zijn, door bv. opleidingen te verstrekken, administratieve en technische ondersteuning te bieden, conferenties te organiseren, … en die slechts in uitzonderlijke gevallen de belangen van de leden gaat vertegenwoordigen bij de overheden met als doel invloed uit te oefenen op het beleid en de besluitvormingsprocessen van die overheden, volgens de normale regels aan de btw zijn onderworpen. In beginsel zijn zij dan btw-plichtigen met volledig recht op aftrek.
Slechts in uitzonderlijke gevallen zou er nog sprake kunnen zijn van een uitsplitsing van de statutaire bijdrage in een deel onderworpen aan btw en een deel vrijgesteld van btw. Deze instellingen zijn dan gemengde btw-plichtigen.
Deze circulaire vervangt de circulaire 12 van 29 december 1986 vanaf 1 januari 2012, de datum vanaf wanneer ook alle in het verleden afgeleverde akkoorden waarbij forfaitair 80% van de bijdrage aan de btw was onderworpen, ingetrokken worden.
Circulaire nr. ET 121.844 (Circulaire 1/2012) van 3 januari 2012

Nieuwe regeling voor btw en voordelen alle aard uitgesteld tot 2012 behalve voor onroerende bedrijfsmiddelen

De beslissing nr. ET 119.650 van 20 oktober 2011 licht de wetswijziging van artikel 19, § 1 en artikel 45, § 1quinquies Wbtw toe.
 
Wanneer bedrijfsmiddelen gemengd worden gebruikt (dus voor beroeps- en voor andere doeleinden, bv. privédoeleinden) dan moet vanaf 2011 bij de aankoop ervan de btw-aftrek beperkt worden ten belope van het gebruik ervan voor activiteiten die recht op aftrek geven. Het privégebruik zal dan niet meer met btw belast worden omdat er voor dit gedeelte geen btw-aftrek kon worden uitgeoefend.
 
Deze beslissing zorgde voor heel wat beroering, in het bijzonder omdat btw-plichtigen einde 2011 geconfronteerd werden met het feit dat zij bv. voor een personenwagen plots voor het hele jaar 2011 het beroepsgebruik ervan moesten aantonen.
 
Daarom werd de toepassing van de beslissing geschorst in afwachting van een te publiceren addendum.
 
In de beslissing nr. ET 119.650/2 van 23 december 2012 licht de administratie, in afwachting van de publicatie van het addendum, welke de regels zijn voor 2011 toe.
 
Wat de onroerende bedrijfsmiddelen betreft, daarvoor moeten de bepalingen van de eerste beslissing onverminderd worden toegepast. 
 
Voor de andere bedrijfsmiddelen heeft de btw-plichtige de keuze of hij dan wel de bepalingen van de geschorste beslissing, dan wel de oude regeling (voordelen alle aard via de formule van het voordeel voor de directe belastingen) toepast. Deze keuze geldt voor alle bedrijfsmiddelen voor het jaar 2011.
 
Kiest men voor de toepassing van de oude regeling, dan kan men de gunstmaatregelen van de beslissing niet toepassen in 2011 (de voordelen enkel btw op voordeel alle aard indien privégebruik meer bedraagt dan 50% en slechts btw op 50% van de verkoopprijs bij de verkoop van een vervoermiddel bedoeld in artikel 45, § 2 Wbtw komen dan te vervallen).
 
Voor de gehuurde bedrijfsmiddelen (andere dan onroerende) kan men ook tot einde 2011 ervoor kiezen de btw-aftrek volgens de gewone regels uit te oefenen (geen rekening houden met beroepsgebruik) en het privégebruik met btw belasten via het voordeel alle aard.
Beslissing nr. ET 119.650/2 van 23 december 2012

Btw-nummer notarissen en gerechtsdeurwaarders aanvragen tegen 20 januari 2012

Sinds 1 januari 2012 zijn de prestaties van notarissen en gerechtsdeurwaarders niet langer vrijgesteld van btw door artikel 44 Wbtw.
Zij moeten hun prestaties vanaf 1/1/2012 aan de normale regels inzake btw onderwerpen. De administratie verduidelijkt enkele situaties met betrekking tot de registratie, de eerste btw-aangiftes en de facturering (Info 01.01.12/1).
Notarissen: moeten mee aan de btw onderwerpen als onderdeel van de maatstaf van heffing:

het recht op geschriften
het OVAM-attest  Vlaanderen
het BIM-attest Brussel
kosten m.b.t. de aflevering van een kadastraal uittreksel
kosten m.b.t. de inschrijvingen in de centrale registers van testamenten en huwelijksovereenkomsten

Zijn niet aan de btw onderworpen en worden beschouwd als voorgeschoten sommen in de zin van artikel 28 Wbtw:

registratierechten m.b.t. te registreren akten
hypotheekrecht en erelonen van de hypotheekbewaarder bij hypothecaire inschrijving
erelonen van de hypotheekbewaarder bij overschrijving van aktes die overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van de Hypotheekwet onderworpen zijn aan de formaliteit van de overschrijving
kosten van doorhaling van een hypothecaire  inschrijving, overschrijving of kantmelding
het rolrecht
kosten van publicatie in het Belgisch Staatsblad van vennootschapsakten op voorwaarde dat de factuur van het Belgisch Staatsblad rechtstreeks wordt opgemaakt op naam van de cliënt

Zowel gerechtsdeurwaarders als notarissen moeten uiterlijk 20 januari 2012 hun btw-nummer aanvragen.
Kwartaalaangevers mogen de handelingen van het eerste kwartaal opnemen in de btw-aangifte van het tweede kwartaal (indiening 20 juli 2012). Er moet dan voor het eerste kwartaal een nihil-aangifte worden ingediend.
Maandaangevers kunnen de handelingen van januari, februari en maart aangeven in de aangifte van april (indiening 20 mei 2012). Er moeten wel nihil-aangiftes ingediend worden voor de maanden januari, februari en maart.
Beide maatregelen zijn facultatief, dus notarissen en gerechtsdeurwaarders mogen reeds vroeger de normale regeling toepassen.
Notarissen zullen de btw op hun prestaties in verband met het verlijden van aktes slechts moeten afdragen aan de Staat wanneer de acte is verleden. Op provisies wordt de btw eveneens slechts opeisbaar wanneer de acte is verleden.
Ook gerechtsdeurwaarders zullen slechts de btw moeten afdragen aan de Staat wanneer ze de btw hebben ontvangen van de derde bij wie de bedragen in opdracht van de opdrachtgever worden ingevorderd. Gaat het om prestaties waarbij er geen derde partij is betrokken, is de btw volgens de normale regels opeisbaar (voltooiing dienst tenzij voorafgaandelijk wordt gefactureerd of geïncasseerd).
De btw die notarissen en gerechtsdeurwaarders in het verleden op hun bedrijfsmiddelen hebben betaald, kunnen zij alsnog ten belope van X/5 of X/15 in hun voordeel herzien als er nog jaren van de herzieningstermijn moeten lopen. Ook de btw op andere goederen en diensten die op 1/1/2012 nog niet zijn verbruikt kan alsnog afgetrokken worden. Zij gaan deze aftrek slechts kunnen uitoefen wanneer en voor zover er in het rooster 71 van hun periodieke btw-aangifte een aan de Staat verschuldigd saldo blijkt uit de handelingen zonder rekening te houden met deze historische aftrek. Indien niet alle btw uit het verleden gerecupereerd kan worden in de btw-aangifte wordt het resterende saldo overgedragen naar de volgende periode tot dat het volledig toegerekend is kunnen worden.
Om van bovenstaande maatregel gebruik te kunnen maken, moet er wel een inventaris van de bedrijfsmiddelen en de niet verbruikte goederen en diensten worden ingediend op het lokale btw-controlekantoor.
Volledige toelichting in de info van 31 december 2011.

Drempel voor intracommunautaire kwartaalopgave verlaagd naar 50.000 euro

In het fameuze VAT-package (in werking vanaf 2010) is eveneens voorzien dat btw-plichtigen gehouden zijn tot het maandelijks indienen van hun intracommunautaire opgave indien zij in één of meerdere van de vier voorgaande kwartalen voor méér dan 50.000 euro aan vrijgestelde intracommunautair goederenleveringen en overbrengingen verrichten.
Bij de invoering van de VAT-package werd op vraag van enkele lidstaten de drempel van 50.000 euro verhoogd naar 100.000 euro. Maar deze verhoging was slechts tijdelijk en liep tot 31 december 2011.
Dat betekent dat btw-plichtigen die in één of meerdere van de vier kwartalen van 2011 voor méér dan 50.000 euro vrijgestelde intracommunautaire goederenleveringen en overbrengingen hebben verricht, vanaf het aangiftetijdvak januari 2012 hun intracommunautaire opgave maandelijks moeten indienen. In dit geval zal dus tegen 20 februari 2012 de eerste maandelijkse IC-opgave (die van januari 2012) moeten worden ingediend.
Wanneer gedurende vier opeenvolgende kwartalen de drempel van 50.000 euro per kwartaal niet werd overschreden, zullen intracommunautaire kwartaalopgaven ingediend mogen worden.
Btw-plichtigen die hun intracommunautaire opgave per kwartaal mogen indienen, kunnen ervoor kiezen deze opgave toch maandelijks in te dienen. Deze keuze geldt dan voor een periode van minstens 12 maanden.
De omzet van de intracommunautaire diensten wordt niet meegerekend in de drempelberekening van 50.000 euro.
Overschrijdt men pas in één van de kwartalen van 2012 de drempel van 50.000 euro, dan zal men vanaf de maand die volgt op het kwartaal waarin de drempel werd overschreden, gehouden zijn tot het indienen van een maandelijkse intracommunautaire opgave.
Btw-plichtigen die maandelijkse btw-aangiften indienen, zijn steeds gehouden tot de maandelijkse intracommunautaire opgave.
Indien voor de betreffende maand of kwartaal geen handelingen werden verricht die in de intracommunautaire opgave moeten worden aangegeven, moet deze opgave niet worden ingediend (geen nihil-opgave).
Landbouwondernemingen onderworpen aan de bijzondere regeling die geen periodieke btw-aangiften indienen, blijven hun intracommunautaire opgave jaarlijks indienen.
Beslissing nr. E.T. 117.215/5 van 9 januari 2012

Geen margeregeling indien verkoop wagen waarvoor geen factuur moet uitgereikt niet in dagontvangstenboek is opgenomen

Wanneer een wederverkoper een wagen onder de winstmargeregeling verkoopt en hiervoor niet verplicht is een factuur uit te reiken, dan moet deze verkoop afzonderlijk in het dagontvangstenboek worden opgenomen (artikel 9, KB 53). De rechtbank weigert de margeregeling omdat in casu deze verplichting niet werd nageleefd en de wederverkoper het tegenbewijs van het wettelijk vermoeden van verkoop onder de normale regeling niet kan leveren.
 
Rb. Antwerpen, 8 januari 2010

Gratis goederen bij aankopen forfaitaire kapper tellen

Volgens de rechtbank in Luik moeten de gratis producten die een kapper van zijn leveranciers ontvangt, bij zijn aankopen worden geteld voor de berekening van de verschuldigde btw wanneer deze kapper aan de forfaitaire regeling inzake btw is onderworpen.
 
Rb. Luik, 22 oktober 2009