In principe moeten ondernemingen geen factuur uitreiken voor goederenleveringen aan particulieren. De wetgeving voorziet echter in een aantal specifieke gevallen waarin er toch een factuur moet worden uitgereikt voor handelingen met particuliere klanten. Zo moeten groothandelaars (voortbrengers- of grossierbedrijven) in principe voor elke levering een factuur uitreiken, en dit ongeacht de hoedanigheid van de klant of de grootte van het bedrag.
De administratie staat sinds lang toe dat een groothandelaar toch geen factuur moet uitreiken voor verkopen aan particulieren wanneer:
de onderneming uit twee bedrijfsafdelingen in de zin van artikel 11 Wbtw bestaat, en;
binnen de onderneming wordt onafhankelijk van elkaar zowel een “groothandel” als een “kleinhandel” uitgebaat die, vanuit technisch oogpunt, beide in staat zijn door eigen middelen te functioneren.
Maar omdat dergelijke opsplitsing in twee bedrijfsafdelingen voor veel groothandelaars in bouwmaterialen onmogelijk is en er zich bovendien vaak praktische problemen stellen bij de factureringsverplichting aan particulieren, versoepelt de administratie de voorgaande uitzondering op de factureringsplicht.
Zo zijn groothandelaars in bouwmaterialen vanaf nu niet langer verplicht een factuur uit te reiken voor goederenleveringen aan particuliere klanten wanneer de volgende voorwaarden gezamenlijk vervuld zijn:
de natuurlijke persoon moet de goederen ter plekke komen afhalen;
er moet een leveringsbon worden uitgereikt met minstens volgende vermeldingen:
de datum;
opeenvolgende nummering genomen uit een ononderbroken reeks;
benaming van de groothandelaar in bouwmaterialen, het adres en het btw-identificatienummer;
een volledige en correcte omschrijving van de goederen;
de geleverde hoeveelheden;
totaal bedrag per product;
totaal te betalen bedrag;
een dubbel van de leveringsbon moet door de groothandelaar bewaard worden en is een verplicht verantwoordingsstuk voor de inschrijvingen in het dagboek van ontvangsten;
het maximumbedrag van de totale bestelling van bouwmaterialen bedraagt 500 euro (incl. btw);
de levering moet gevolgd worden door de onmiddellijke betaling voor het volledige bedrag via een betaalterminal, m.a.w. op moment van afhalen dient de betaling te gebeuren;
een handelaar in bouwmaterialen zal van deze gunstregeling worden uitgesloten wanneer niet zeer strikt voldaan wordt aan alle bovenvermelde voorwaarden, vb. wanneer zou blijken dat de bestelling wordt opgesplitst over verschillende leveringsbonnen ten einde het maximumbedrag van 500 euro (incl. btw) niet te overschrijden.
Let wel, deze tolerantie vindt geen toepassing wanneer er omwille van een andere wettelijke bepaling toch een factuur moet worden uitgereikt voor leveringen aan particulieren, zoals dit het geval is voor:
leveringen van goederen aan natuurlijke personen bestemd voor de oprichting van een gebouw waarvoor de aangifte nieuwbouwwaarde moet worden ingediend (artikel 64, § 4 Wbtw);
leveringen die betrekking hebben op goederen die, gelet op de aard ervan, de wijze waarop zij worden aangeboden, de verkochte hoeveelheden of de toegepaste prijzen, kennelijk bestemd zijn voor een economisch gebruik;
leveringen van goederen van de soort waarin de verkrijger handel drijft of die hij normaal bestemt voor de uitoefening van zijn economische activiteit.
Groothandelaars in andere goederen dan bouwmaterialen kunnen overwegen om op basis van deze beslissing en onder dezelfde voorwaarden, een individuele ontheffing van factureringsplicht te vragen aan de administratie.
Fisconetplus, beslissing nr. E.T. 125.414, 8 oktober 2014