Wanneer een btw-plichtige goederen aankoopt, kan hij in pricipe enkel de over die aankoop geheven btw aftrekken indien hij deze goederen gebruikt om zelf weer btw-belaste handelingen te stellen. Geeft hij die goederen gratis weg, dan kan hij de btw in principe niet aftrekken, tenzij voor de volgende gevallen die de fiscus in zijn nieuwe circulaire toelicht.
Het is hierbij voor de btw-plichtige belangrijk dat hij rekening houdt met het weerlegbaar vermoeden voorzien in artikel 64, § 1 Wbtw, dat voorziet dat hij die goederen verkrijgt of produceert om ze te verkopen, behoudens tegenbewijs geacht wordt de door hem verkregen of geproduceerde goederen te hebben geleverd onder voorwaarden waaronder de btw opeisbaar wordt. De btw-plichtige moet dus kunnen aantonen dat de goederen onder een of meer van de hieronder vermelde situaties werden uitgedeeld. Is dat het geval, dan moet hij geen onttrekking belasten, noch een herziening doorvoeren van de bij de aankoop afgetrokken btw.
1. Handelsmonsters
Voor handelsmonsters is de btw-aftrekbaar wanneer:
de btw-plichtige deze uitdeelt omwille van publicitaire redenen;
de kost ervan voor de directe belastingen als beroepskost wordt aanvaardt;
het monster van dezelfde aard is als de goederen die door de btw-plichtige worden gefabriceerd of verkocht.
De fiscus benadrukt dat er geen btw-aftrek is voor geestrijke dranken die als handelsmonster worden uitgedeeld of die gebruikt worden bij demonstraties. Hoewel de circulaire hierover geen bijkomende uitleg verstrekt, lijkt het ons dat wanneer een handelaar in geestrijke dranken aan zijn voorraad dergelijke dranken onttrekt om ze als handelsmonster of in het kader van een degustatie gratis te verstrekken, hij de bij de aankoop uitgeoefende btw-aftrek zou moeten herzien. Voor handelsmonsters is er immers geen sprake van een ‘belastbare onttrekking’. Maar volgens mondelinge informatie van het hoofdbestuur zou het toch de bedoeling zijn dat de handelaar in dit geval de onttrekking belast ipv een herziening door te voeren van de over de aankoop afgetrokken btw.
2. Handelsgeschenken van geringe waarde
Er is sprake van een handelsgeschenk van geringe waarde wanneer het geschenk:
in beroepsrelaties wordt gegeven;
een goed is, en geen ‘gratis’ dienst;
geen goed is zoals bedoeld in artikel 45, § 3, 1° of 2° Wbtw (tabaksfabrikaten en geestrijke dranken);
een aankoopprijs (of bij gebreke daarvan, de normale waarde) heeft van minder dan € 50,00, exclusief btw;
geen reclameartikel is (zie verder).
Wanneer een btw-plichtige in een kalenderjaar meerdere handelsgeschenken geeft aan eenzelfde beroepsrelatie, dan staat de fiscus enkel de aftrek toe van de btw geheven van één van die geschenken. Als beroepsrelatie moet de natuurlijke persoon worden beschouwd aan wie het geschenk van geringe waarde gegeven wordt, en niet de vennootschap of de onderneming waar deze persoon werkzaam is.
Ook ‘enkelvoudige vouchers’ (dit is wanneer men de btw over de handeling die in ruil voor de voucher wordt geleverd reeds bij de uitgifte ervan kan berekenen) kunnen een handelsgeschenk van geringe waarde zijn indien ze aan voormelde voorwaarden voldoen. Enkelvoudige vouchers voor diensten komen, hoewel dit btw-technisch geen goederen zijn, wel in aanmerking als handelsgeschenk van geringe waarde (bv. bioscoopticket).
3. Reclameartikelen
De btw-plichtige kan de btw geheven over de verkrijging van reclameartikelen recupereren indien deze artikelen:
bestemd zijn voor zeer grote verspreiding en niet voorbehouden zijn aan een beperkte categorie klanten of zakenrelaties;
een geringe waarde hebben voor wie ze ontvangt;
opvallend en blijvend de benaming van de schenkende onderneming dragen.
Verbruiksgoederen (wijn, chocolade, …) voldoen niet aan de laatste voorwaarde aangezien ze, gelet op het verbruik van die goederen, niet blijvend de benaming van de schenkende onderneming dragen. Wel kunnen zij in aanmerking komen als handelsgeschenk van geringe waarde (zie hiervoor).
4. Gelegenheidsgeschenken voor personeel en hun kinderen
De fiscus aanvaardt de btw-aftrek op deze geschenken wanneer ze kwalificeren als een collectief sociaal voordeel. Dat is het geval indien het geschenk:
wordt uitgedeeld aan al de kinderen van de personeelsleden die beantwoorden aan een vooraf opgelegde leeftijdsvoorwaarde;
of indien het om geschenken aan personeelsleden gaat, wordt uitgedeeld aan alle personeelsleden;
een aankoopprijs (of bij gebreke daarvan, de normale waarde) heeft van minder dan € 50,00, exclusief btw;
geen goed is zoals bedoeld in artikel 45, § 3, 1° en 2° Wbtw (tabaksfabrikaten en geestrijke dranken).
Wanneer een btw-plichtige in een kalenderjaar meerdere geschenken geeft aan eenzelfde begunstigde, dan staat de fiscus enkel de aftrek toe van de btw geheven van één van die geschenken.
Ook ‘enkelvoudige vouchers’ (dit is wanneer men de btw over de handeling die in ruil voor de voucher wordt geleverd reeds bij de uitgifte ervan kan berekenen) kunnen een gelegenheidsgeschenk voor het personeel of hun kinderen zijn indien ze aan voormelde voorwaarden voldoen.
5. Goederen geschonken aan slachtoffers van een ramp
De btw-plichtige is geen btw verschuldigd wanneer hij goederen die voor de verkoop zijn bestemd, wegschenkt aan slachtoffers van een ramp. Er is in dat geval dus geen onttrekking te belasten, noch een herziening van de afgetrokken btw te verrichten.
Fisconetplus, circulaire nr. 32, 29 mei 2017