Btw ook opeisbaar bij uitreiking factuur voor aan particulieren verplicht te factureren handelingen
Volgens de sedert 2016 in werking zijnde nieuwe regels van opeisbaarheid van btw, wordt de btw opeisbaar bij de uitreiking van de factuur, als deze uitreiking verplicht wordt door artikel 53, § 2, eerste lid Wbtw.
Artikel 1 van het KB nr. 1 voorziet ik in tal van handelingen die verplicht moeten gefactureerd worden indien de afnemer geen btw-plichtige is. Die bepaling is gebaseerd op artikel 53, § 2, vijfde lid Wbtw.
Door bij de opeisbaarheid enkel te verwijzen naar artikel 53, § 2, eerste lid Wbtw wordt de btw dus niet opeisbaar bij de uitreiking van de factuur voor handelingen aan particulieren waarvoor de factuur verplicht is. Nochtans voorziet de memorie van toelichting bij de invoering van de nieuwe regels inzake de opeisbaarheid van de btw dat die over het gefactureerde bedrag verschuldigd is op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt, ook voor de handelingen verricht voor natuurlijke personen die ze bestemmen voor hun privégebruik waarvoor de uitreiking van een factuur verplicht is.
Over dit verschil tussen enerzijds de wetgever zijn bedoeling, en anderzijds de omzetting van zijn bedoeling in de wettekst zelf, antwoordt de minister dat de Memorie van Toelichting gevolgd moet worden, zonder toe te geven dat er iets mis is gegaan bij de opmaak van de wetteksten. Het lijkt ons dat er toch een aanpassing van de wet nodig is vooraleer de fiscus het standpunt zoals opgenomen in de Memorie van toelichting kan afdwingen.
Vr. & Antw. Kamer 2017, 54-130, 11 september 2017, vraag 879, V. Wouters, 23 maart 2016