In een instructie van 13 juni 2018 geeft de fiscus aan zijn ambtenaars duiding over de toepassing van de proportionele en forfaitaire geldboetes. Die instructie voorziet in een nieuw boetebeleid voor bepaalde overtredingen, een regeling die uitvoering geeft aan wat de regering Michel in haar regeerakkoord van 9 oktober 2014 al had vastgelegd, namelijk een hervorming van de btw-boeten met als uitgangspunt de goede trouw van de btw-plichtige.
Belangrijk in het nieuwe boetebeleid is dat de integrale kwijtschelding van bepaalde boeten enkel kan op verzoek van de btw-plichtige zelf. De verbaliserende ambtenaren mogen zelf niet beslissen om een of meerdere bij wet voorziene boeten niet op te leggen. Evenmin is deze ambtenaar bevoegd om een boetevermindering toe te staan.
Nieuwe boetebeleid
Voor de boeten die onder het nieuwe boetebeleid vallen (zie verder), zal de fiscus op vraag van de btw-plichtige de opgelegde boete integraal kwijtschelden, als aan de volgende voorwaarden samen is voldaan:
Het moet gaan om een eerste overtreding van dezelfde aard, in een referentieperiode van vier jaar;
De overtreding werd begaan te goeder trouw (zonder het oogmerk de belasting te ontduiken of de ontduiking ervan mogelijk te maken; kwade trouw moet steeds door de administratie worden aangetoond);
De btw-plichtige dient een individueel en gemotiveerd verzoekschrift in (een mandataris kan voor meerdere klanten samen één verzoekschrift indienen, als het gaat om geldboeten die gelijktijdig werden opgelegd;
Op het ogenblik van de indiening van het verzoekschrift heeft de btw-plichtige voldaan aan de gesanctioneerde verplichting en al zijn periodieke btw-aangiften ingediend.
Boeten waarop het nieuwe boetebeleid van toepassing is
De overtredingen waarvoor de voorziene geldboeten in aanmerking komen voor dit nieuwe boetebeleid zijn:
Het niet of laattijdig indienen of andere overtredingen met betrekking tot jaarlijkse klantenlisting, de intracommunautaire opgave of de MTN-aangifte (vrijgestelde intracommunautaire levering van een nieuw vervoermiddel aan een afnemer die niet gehouden is tot het belasten va zijn intracommunautaire verwervingen andere dan die van nieuwe vervoermiddelen);
Overtredingen, andere dan met betrekking tot de GKS-reglementering of waarbij de goede trouw – gelet op de aard van de overtreding – niet kan ingeroepen worden, die zijn vastgesteld door opsporingsambtenaren of door ambtenaren van:
de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen;
de Algemene Administratie van de Fiscaliteit;
de Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie;
Een aantal minder frequente overtredingen die in deel 2 van de tabel van bijlage 2 van de instructie zijn opgenomen:
Voor de periodieke btw-aangifte, de MOSS-aangifte, de aangifte toevallige oprichter en andere btw-aangiften:
Niet correct ingevuld;
Niet naleven van de procedure van indienen;
Niet gebruiken van het door de administratie verstrekte betalingsformulier of van de door haar ter kennis gebrachte gestructureerde mededeling;
Voor de periodieke btw-aangifte:
Niet naleven van de voorwaarden met betrekking tot de periodiciteit van indienen;
Andere lijsten en opgaven dan de jaarlijkse klantenlisting, de intracommunautaire opgave of de MTN-aangifte:
Ontbrekende of verkeerde gegevens;
Niet naleven van de procedure van indienen;
Boeken, registers en journalen:
Voldoet niet aan één of meerdere van de door of krachtens de regelgeving voorziene vormvereisten;
Bevindt zich niet of is niet toegankelijk op de door of krachtens de regelgeving voorziene plaats;
Een vereiste inschrijving werd niet verricht binnen de termijn voorzien door of krachtens de regelgeving;
Een verrichte inschrijving of rechtzetting is niet conform met de door of krachtens de regelgeving voorziene bepalingen;
Boeken en stukken:
Niet-conforme bewaring;
Facturen en als zodanig geldende stukken:
Voldoet niet aan een andere door of krachtens de regelgeving voorziene verplichting (louter formeel gebrek);
Andere stukken en rapporten:
Niet opgemaakt conform de regelgeving of binnen de erin voorziene termijn;
Andere verplichtingen bedoeld in het Wbtw en de uitvoeringsbesluiten die niet in deel 2 van de bijlage 2 van de instructie opgenomen zijn;
Inbreuken vastgesteld naar aanleiding van een controle die geen impact hebben op rooster 71 of 72 .
Voor de inbreuken die volgen op de ‘eerste inbreuk’ is het nieuwe boetebeleid niet van toepassing, dus is er geen automatische kwijtschelding.
Boeten die niet onder het nieuwe boetebeleid vallen
De categorieën van inbreuken die ter goede trouw werden begaan maar waarvoor de geldboeten niet in aanmerking komen voor dit nieuwe boetebeleid, zijn:
Inbreuken vastgesteld naar aanleiding van een controle:
Ter herinnering: vallen zoals hiervoor vermeld onder het nieuwe boetebeleid, eerste overtredingen, andere dan met betrekking tot de GKS-reglementering of waarbij de goede trouw – gelet op de aard van de overtreding – niet kan ingeroepen worden, die is vastgesteld door opsporingsambtenaren of door ambtenaren van:
de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen;
de Algemene Administratie van de Fiscaliteit;
de Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie;
Inbreuken vastgesteld naar aanleiding van een controle die geen impact hebben op rooster 71 of 72, andere dan eerste overtreding;
Btw-aftrek op basis van een niet-conforme factuur:
In zijn circulaire nr. 64 van 12 oktober 2017 sluit de fiscus zich aan bij rechtspraak van het Hof van Justitie dat recht op btw-aftrek toestaat, ook al is de factuur niet conform (de materiële voorwaarden voor de btw-aftrek zijn vervuld). In zo’n geval is de btw aftrekbaar, dus kan er geen boete worden opgelegd;
Inbreuken vastgesteld door:
opsporingsambtenaren (NCO);
ambtenaren van de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen;
Algemene Administratie van de Fiscaliteit;
Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie;
Inzake:
factuur of het als zodanig geldend stuk:
niet uitreiken;
onjuiste vermeldingen mbt:
het identificatienummer, de naam, het adres van de bij de handeling betrokken partijen;
de aard of de hoeveelheid van de geleverde goederen of verstrekte diensten;
de prijs of het toebehoren ervan;
overtredingen op de verplichtingen aangaande GKS, rekeningen en ontvangstbewijzen (KB nr. 44, afdeling II.);
Het niet houden van de verplichte Boeken, registers en journalen (KB nr. 44, afdeling 3, I., A.);
Het niet bewaren van de door artikel 60 Wbtw verplicht te bewaren stukken (KB nr. 44, afdeling 4, III., A.);
Niet voldoen aan de voorleggingsplicht (artikel 61 Wbtw), het niet antwoorden op vragen om inlichtingen (artikel 62 Wbtw), niet voldoen aan de bijzondere voorleggingsplicht voorzien in artikel 62bis Wbtw, niet verlenen aan ambtenaren van hun recht op toegang opgenomen in artikel 63 Wbtw (KB nr. 44, afdeling 4, IV.);
Voor de periodieke btw-aangifte en de bijzondere aangiften:
Laattijdige indiening;
Niet-indiening;
Niet-betaling en niet-tijdige betaling;
Voor de MOSS-aangifte:
Niet-betaling en niet-tijdige betaling;
Inbreuken die in principe slechts éénmaal mogelijk zijn:
Niet-spontane indiening van de bijzondere aangifte;
Niet-indiening of laattijdige indiening van:
604A;
604B;
604C;
606;
606bis;
606ter;
Aangifte 104/5;
Inbreuken met het oogmerk de belasting te ontduiken of de ontduiking ervan mogelijk te maken;
Als de fiscus boeten oplegt, dan moet het bericht dat hij hierover aan de btw-plichtige zendt:
De feiten vermelden die de overtreding opleveren;
Verwijzen naar de toegepaste wet- of verordeningsteksten;
De motieven opgeven die gediend hebben om het bedrag van de boete vast te stellen;
de beroepsmogelijkheden van de btw-plichtige:
Facultatief administratief beroep;
Verzoekschrift tot kwijtschelding of vermindering van de boete op basis van het regentbesluit;
Tegensprekelijk verzoekschrift.
Hoe maakt de fiscus het onderscheid tussen een eerste, tweede, derde, enz. overtreding?
De graad van de boete wordt bepaald per overtreding van dezelfde aard, zijnde de overtredingen die door de identieke rubriek van de Bijlage bij de KB’s nr. 41 en nr. 44 worden vermeld;
De fiscus houdt rekening met het aantal keer dat eenzelfde overtreding, begaan gedurende een periode van vier jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop de nieuwe overtreding is begaan, werd bestraft (overtreding ter kennis gebracht van de overtreder en waarvoor een geldboete werd gevorderd, ook al is deze achteraf verminderd of kwijtgescholden);
Als bij een controle tegelijkertijd meerdere overtredingen van dezelfde aard worden vastgesteld of bestraft, beschouwt de fiscus deze als één enkele overtreding.
Indien de btw-plichtige niet akkoord is op met een opgelegde boete, dan kan hij kiezen om deze rechtstreeks voor de fiscale rechter aan te vechten, zonder zijn mogelijkheid van een administratief beroep te hebben uitgeput.
FOD Financiën, richtlijnen btw-boetes, zonder datum