De Roemeense organisatie Credidam is een vereniging zonder winstoogmerk van uitvoerende kunstenaars voor collectief beheer van auteurs- en naburige rechten. Zij int en verdeelt de compensaties die aan de uitvoerende kunstenaars verschuldigd zijn door de gebruikers van hun artistieke diensten. Zij int ook een beheersvergoeding om haar werkingskosten te dekken, die ze inhoudt op de aan te kunstenaars door te storten compensaties.
Volgens de Roemeense regelgeving valt de compensatie voor het kopiëren voor privégebruik die een collectieve beheerorganisatie voor rekening van de rechthebbende int, niet binnen de werkingssfeer van de btw, maar is de beheersvergoeding die door zo’n organisatie op die compensatie wordt ingehouden wél aan de btw onderworpen.
Credidam daarentegen vindt dat de op de compensaties (niet alleen de compensatie voor het kopiëren voor privégebruik, maar ook de billijke compensatie voor andere categorieën auteursrechten en naburige rechten) ingehouden beheersvergoedingen niet aan btw zijn onderworpen. Die vergoedingen zijn bijkomstig aan de voormelde compensaties en moeten dus dezelfde fiscale regeling ervan volgen. En zelfs als dit niet het geval zou zijn, dan nog kunnen de beheersvergoedingen niet worden beschouwd als de tegenprestatie voor een dienst omdat er tussen de organisaties voor collectief beheer en de rechthebbenden geen rechtsbetrekking bestaat in het kader waarvan over en weer diensten worden verleend. De verplichting om die beheersvergoedingen te betalen wordt namelijk opgelegd door de wet, die er, in de vorm van een percentage, ook de hoogte van bepaalt.
Belastbare dienst
Een dienst kan maar aan btw onderworpen zijn als die ten bezwarende titel wordt verricht door een btw-plichtige (artikel 2, lid 1, c) btw-richtlijn). Volgens de Roemeense rechter is de vereniging een btw-plichtige die handelt binnen de uitoefening van een economische activiteit. Wel twijfelt die of er sprake is van een dienst ten bezwarende titel die door de vereniging wordt verricht.
Het Hof heeft al geoordeeld dat om van een dienst ‘ten bezwarende titel’ te kunnen spreken, er een rechtstreeks verband moet bestaan tussen de verrichte dienst en een werkelijk door de btw-plichtige ontvangen tegenprestatie. Dat is het geval als er tussen de dienstverrichter en de ontvanger van de dienst een rechtsbetrekking bestaat waarbij over en weer prestaties worden uitgewisseld en waarbij de door de dienstverrichter ontvangen vergoeding de werkelijke tegenwaarde vormt voor een aan de ontvanger verleende individualiseerbare dienst.
Het Hof stelt vast dat Credidam diensten van collectief beheer verricht zoals vermeld in de Roemeense regelgeving, met name ‘het innen, verdelen en betalen van de bedragen die aan auteurs of houders van auteursrechten of naburige rechten verschuldigd zijn’ uit hoofde van hun rechten.
Diezelfde Roemeense regelgeving bepaalt dat de rechthebbenden aan de vereniging een beheersvergoeding verschuldigd zijn. Die bedraagt ten hoogste 15% van de geïnde bedragen en dient om alle kosten te dekken die voortvloeien uit de werking van de collectieve beheerorganisatie.
Volgens het Hof bestaat er dus een rechtsbetrekking tussen de vereniging en de rechthebbenden die zij vertegenwoordigt in het kader waarvan over en weer diensten worden verricht waardoor er een rechtstreeks verband bestaat tussen de diensten van collectief beheer verricht door de vereniging en de betaling door de rechthebbenden van de beheersvergoeding. Deze vergoeding is slechts verschuldigd voor zover die diensten van collectief beheer worden verricht en vormt er de daadwerkelijke tegenprestatie voor.
Dat deze betrekkingen bij wet geregeld zijn, doet niets af aan voormelde conclusie. Als een dienst vermeldt artikel 25, c) btw-richtlijn onder meer, het verrichten van een dienst op grond van een vordering door of namens de overheid, dan wel krachtens de wet.
En dat de vereniging geen winstoogmerk heeft, belet niet dat er sprake is van een economische activiteit. Uit de bewoordingen van artikel 9, lid 1 btw-richtlijn blijkt heel duidelijk dat het resultaat van de activiteit van geen invloed is om van een btw-plichtige te kunnen spreken.
Voor het Hof worden de betrokken diensten wel degelijk ten bezwarende titel verricht.
Commissionair
Verder vraagt de Roemeense rechter zich ook nog af of de vereniging geen commissionair is voor de diensten die de rechthebbenden rechtstreeks aan de gebruikers verstrekken. Want dat zou betekenen dat de beheersvergoeding voor de vereniging een onderdeel is van een compensatie die ze van de rechthebbenden krijgt en die volgens de Roemeense regelgeving buiten de btw-sfeer valt.
Hier verwijst het Hof naar het principe van de economische en commerciële realiteit, een fundamenteel criterium voor de toepassing van het gemeenschappelijke btw-stelsel.
De in artikel 28 btw-richtlijn opgenomen fictiebepaling waarbij de vereniging die in eigen naam maar voor rekening van de rechthebbenden zou handelen, geacht wordt de diensten van de rechthebbenden zelf te hebben afgenomen en zelf te hebben verricht, is voor het Hof hier niet van toepassing omdat de vereniging niet als tussenpersoon optreedt. De vereniging verricht haar diensten enkel rechtstreeks voor de rechthebbenden en de beheersvergoeding is de tegenprestatie hiervoor. De beheersvergoeding kan dus geen bijzaak zijn die een onderdeel vormt van een andere handeling (de prestaties verricht door de rechthebbenden), waarvoor de vergoeding de totale compensatie zou zijn die de gebruikers van de beschermde werken verschuldigd zijn en die buiten de btw-sfeer valt.
Dictum van het Hof
Artikel 2, lid 1, onder c), artikel 24, lid 1, en artikel 25, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten aldus worden uitgelegd dat een organisatie voor collectief beheer van auteurs- en naburige rechten een dienst in de zin van deze bepalingen verricht wanneer zij, ten eerste, overeenkomstig de wet compensaties int, verdeelt en betaalt die door de wettelijk bepaalde eindgebruikers aan de rechthebbenden zijn verschuldigd en, ten tweede, op deze compensaties een door deze rechthebbenden verschuldigde beheersvergoeding inhoudt ter dekking van de kosten die aan deze activiteit zijn verbonden, indien de aldus voor rekening van de rechthebbenden ontvangen compensaties geen tegenprestatie vormen voor diensten in de zin van richtlijn 2006/112 die door deze rechthebbenden ten behoeve van die gebruikers zijn verricht.
HvJ, C-179/23, Credidam, 4 juli 2024