Btw-tarief voor samengestelde sierteeltproducten
De fiscus heeft steeds aanvaard dat voor planten die in een sierpot of sierschaal als één compositie worden verkocht, het geheel aan 6% btw was onderworpen als de waarde exclusief btw van de sierpot of sierschaal niet meer dan 20% vertegenwoordigde van de totale waarde van dat geheel. Er was in dat geval volgens de fiscus geen sprake van een van de planten onderscheiden goed.
Maar in zijn circulaire nr. 92 van 19 september 2019 kondigde de fiscus aan dat voor planten die in een sierpot of sierschaal als één compositie worden geleverd, vanaf 2020 steeds 21% btw verschuldigd is. Deze wijziging werd ook besproken op ons klantenseminarie vorige maand (klik hier voor de documentatie, slide 102 en 103), met de bijkomende vermelding dat dit standpunt mogelijks alsnog teruggedraaid zou kunnen worden
De administratie heeft nu bevestigd dat, ingevolge gesprekken tussen de sector en het kabinet van de minister van financiën, is beslist dit nieuw standpunt toch niet te eisen en het oude standpunt te behouden.
Let wel, een opsplitsing van de prijs van het geheel over 6% voor de planten en 21% voor de sierpot of sierschaal, is in tegenstelling tot vroeger, niet meer toegestaan. Voormelde 80/20-regel zal dus zowel voor bloemstukken als voor planten verkocht in een sierpot of sierschaal steeds bepalen of de totale prijs aan 6%, dan wel aan 21% btw is onderworpen.
De fiscus zal hierover nog een nieuwe circulaire publiceren.
Levering van planten bij tuinaanleg of -onderhoud
De bepaling in voormelde circuaire over het verlaagd btw-tarief bij de levering van planten in het kader van de aaneg of onderhoud van een tuin blijven wel van toepassing.In principe zijn goederen die geleverd worden door een btw-plichtige die ze ook onroerend maakt, als onderdeel van de dienst onderworpen aan het btw-tarief dat van toepassing is op het werk in onroerende staat. Daarom was op diensten van tuinaanleg of -onderhoud waarbij de tuinaannemer ook de planten leverde, steeds het tarief van 21% van toepassing, ook al is de loutere levering van die planten onderworpen aan het btw-tarief van 6%.
Sinds 1 april is echter voorzien dat btw-plichtigen het verlaagd tarief voor de levering van levende planten ook kunnen toepassen op de planten die ze bij tuinaanleg of -onderhoud mee verstrekken. De fiscus heeft nu ook bijkomende standpunten over deze maatregel gepubliceerd.
Beoogde bomen en planten
Enkel de volgende goederen blijven het verlaagd tarief, dat op hun loutere levering van toepassing is, genieten als ze geleverd worden bij de aanleg en het onderhoud van tuinen:
levende woudbomen, levende fruitbomen, heesters en -struiken alsmede plantgoed daarvan;
levende sierbomen, -heesters, -struiken en andere levende sierplanten, bollen, knollen, wortels en ander plantgoed voor de sierteelt.
Het gaat dus om de planten die met levende wortels worden aangeboden, en bestemd zijn om te worden overgeplant. Dat kunnen ook eenjarige planten, kamerplanten, graszoden of grasrollen zijn. Ook bloembollen en knollen van planten zijn bedoeld, net zoals levende wortels van planten, enten en afleggers.
Gras- of bloemzaden zijn dan weer niet bedoeld. De levering daarvan valt wel onder het verlaagd btw-tarief van 6%, maar dan ingevolge cijfer 3 van de rubriek VII van voormelde tabel A. En bij dat cijfer heeft de wetgever niet voorzien in het behoud van het verlaagd btw-tarief wanneer ze worden verstrekt samen de dienst van tuinaanleg of -onderhoud.
Dus is de dienst die bestaat uit het inzaaien van een gazon van een tuin, volledig onderworpen aan het btw-tarief van 21% (met uitzondering van grasvelden bij schoolgebouwen en centra voor leerlingenbegeleiding). Bij het aanleggen van een gazon in een tuin met gebruik van grasrollen, zijn de grasrollen aan 6% btw onderworpen, terwijl op de dienst van het aanleggen van de gazon het normale btw-tarief van toepassing is.
Wat is een tuin?
Enkel als de levende planten verstrekt worden in het kader van de aanleg of het onderhoud van een tuin, blijven ze het verlaagd btw-tarief van 6% genieten. Volgens de fiscus moet hier onder het begrip ‘tuin’ worden verstaan:
de tuinen van privéwoningen of van verblijfsinrichtingen van bijvoorbeeld gehandicapten of bejaarden;
de tuinen die bij bedrijfs- of overheidsgebouwen horen en die bestemd zijn voor het personeel, klanten en/of bezoekers;
openbare tuinen en parken die bestemd zijn om er in te wandelen of er tot rust te komen, met inbegrip van vegetatielandschappen en begraafplaatsen;
de tuinen van inrichtingen voor cultuur of vermaak zoals pretparken, dierentuinen, plantentuinen, speeltuinen, welnesscentra, enzovoort, die uitsluitend bestemd zijn om door de bezoekers en/of personeel te worden gebruikt.
Worden voor de toepassing van voormeld verlaagd btw-tarief niet als tuin worden beschouwd:
parkeerterreinen van bedrijfs- en overheidsgebouwen;
terreinen en/of vegetatie voor inrichtingen bestemd voor sport, zoals voetbalvelden, golfterreinen, terreinen voor atletiek, enzovoort;
vegetatie op de openbare weg, zoals plantsoenen langs een straat of laan, bloemenbakken op de openbare weg, vegetatie aan een rotonde, groenstroken, bermen, enzovoort (openbare tuinen en parken zoals hiervoor vermeld, worden wel als tuin beschouwd);
vegetatie langs een parkeerterrein van een bedrijf of een rustplaats langs een auto(snel)weg;
weides of graslanden en akkervelden;
vegetatie langs landingsbanen van een luchthaven en langs de spoorwegen;
oevers van waterwegen.
Bij de aanplanting van voormelde zones zullen de bij het werk geleverde planten het btw-tarief volgen van het werk in onroerende staat waar ze deel van uitmaken.
Onderdeel van werk in onroerende staat
De vanaf 1 april 2019 van toepassing zijnde btw-verlaging geldt voor de voormelde goederen die bij de aanleg en het onderhoud van tuinen worden geleverd. Hoewel dit niet uitdrukkelijk uit de wettekst blijkt, moet de aanplanting ervan volgens de fiscus een werk in onroerende staat zijn.
Als een btw-plichtige de planten levert en aanplant in bijvoorbeeld een bloembak die niet onroerend uit zijn aard is, dan gaat het nog steeds om een levering ervan. Dus is het verlaagd tarief steeds van toepassing, tenzij natuurlijk de btw-plichtige niet enkel de planten maar ook die bloembak levert. In dat geval zou het wel kunnen dat de plant het btw-tarief van de bloembak moet volgen (zie verder).
Als de btw-plichtige de planten verstrekt in het kader van zijn dienst van aanleg of onderhoud van een tuin dat als een werk in onroerende staat kwalificeert, dan is er voor btw, ondanks dat er verschillende btw-tarieven van toepassing zullen zijn, toch sprake van één enkele dienst. De maatstaf van heffing zal dan moeten worden gesplitst zodat het deel van de prijs van het werk in onroerende staat dat op het verstrekken van de levende planten betrekking heeft, aan 6% btw onderworpen kan worden. Bij gebrek aan dergelijke uitsplitsing is er volgens de fiscus 21% btw verschuldigd op de totale prijs (met uitzondering voor tuinaanleg of -onderhoud bij schoolgebouwen en centra voor leerlingenbegeleiding). En het zijn inderdaad enkel de planten die volgens de fiscus in dat geval het verlaagd btw-tarief genieten. Als de btw-plichtige nog andere goederen verstrekt in het kader van de aanleg of het onderhoud van de tuin, zoals bijvoorbeeld meststoffen, dan is dat deel van de prijs steeds onderworpen aan 21%. Net zoals bijvoorbeeld de transportkosten die de btw-plichtige aan zijn klant zou aanrekenen.
De situatie kan zich ook voordoen dat de btw-plichtige in het kader van tuinaanleg of -onderhoud niet enkel levende planten in de grond plant (onroerend) maar dat hij ook voor een deel planten levert die hij aanplant in bijvoorbeeld een bloembak die niet onroerend uit zijn aard is. In dat geval stelt de fiscus dat er sprake is van twee afzonderlijke prestaties. Enerzijds een werk in onroerende staat en anderzijds een loutere levering van levende planten. Beide handelingen moeten dan elk hun eigen btw-regime volgen. Als echter op het werk in onroerende staat de verlegging van heffing moet worden toegepast, dan mag de btw-plichtige zijn factuur volledig zonder btw uitreiken als dat werk in onroerende staat het merendeel bedraagt van de handelingen die in het kader van de overeenkomst voor tuinaanleg of -onderhoud worden aangerekend.
Verlegging van heffing
Omdat de fiscus het verstrekken van de planten bij de aanleg of onderhoud van een tuin in zijn geheel als één prestatie beschouwt, zijnde een werk in onroerende staat, zal de factuur voor deze prestatie in zijn geheel zonder btw moeten worden opgemaakt en zal de kant zelf de btw moeten voldoen als die:
een in België gevestigde btw-plichtige is die hier gehouden is tot het indienen van de periodieke btw-aangifte;
een niet in België gevestigde btw-plichtige is die hier via een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger is geregistreerd.
De afnemer moet dan zelf bepalen op welk deel hij 6% en op welk deel hij 21% btw zal verleggen. Daarvoor zal de leverancier zijn factuur best detailleren, maar hij mag noch de btw-tarieven, noch de btw-bedragen vermelden.
Oude of nieuwe regeling?
Zoals steeds bij de aanpassing van btw-tarieven zal de nieuwe regeling enkel gelden voor de btw die ten vroegste opeisbaar is geworden vanaf 1 april 2019.
Fisconetplus, circulaire nr. 92, 19 september 2019