Geen uitstel meer voor btw-verplichtingen

In het kader van de coronacrisis verleende de fiscus onder meer uitstel voor de indiening van btw-aangiftes, de klantenlisting  en de betaling van verschuldigde btw. Voor de handelingen vanaf mei 2020 wordt geen uitstel meer verleend.
Dus moet uiterlijk 20 juni 2020:

de btw-aangifte over de maand mei 2020 ingediend worden;
de intracommunautaire opgave over de maand mei 2020 ingediend worden;
de verschuldigde btw die blijkt uit de btw-aangifte over de maand mei 2020 betaald worden (dus nog voordat de btw van de aangifte van april moet worden betaald – 20 juli 2020).

Maandaangevers die recht hebben op maandelijkse btw-teruggaaf (starters en vergunninghouders) moeten, om binnen de normale termijn hun btw-tegoed volgend uit de btw-aangifte van de maand mei 2020 terugbetaald te krijgen, die aangifte ook ten laatste op 20 juni 2020 indienen.
Btw-plichtigen die hun activiteiten hebben stopgezet na 30 april 2020 hebben terug drie in plaats van vier maanden, te rekenen vanaf de datum van die stopzetting, om hun klantenlisting in te dienen.

FOD Financiën, nieuwsbericht, 9 juni 2020

Btw-verlaging naar 6% voor de horeca tot eind 2020

In het kader van economische herlanceringsmaatregelen ingevolge de coronacrisis, heeft de regering beslist een tijdelijke btw-verlaging door te voeren voor de horeca. Het KB dat deze maatregel zal invoeren, moet nog worden gepubliceerd.

Tijdelijke btw-verlaging
Het gaat om een verlaging van de btw naar 6% voor alle restaurant- en cateringdiensten, vanaf 8 juni 2020 tot 31 december 2020, met uitzondering van:

bieren met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5% vol.;
andere dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2% vol.

De loutere leveringen (afhaal) en het verstrekken van voormelde alcoholische dranken voor verbruik ter plaatse blijft onderworpen aan 21% btw.
De btw-verlaging geldt voor alle restaurant- en cateringdiensten in zowel vaste als mobiele inrichtingen, dus ook voor het louter verstrekken van dranken (met uitzondering van de twee voormelde categorieën van alcoholische dranken) in cafés, tavernes, enzovoort waar ze ter plaatse worden geconsumeerd, zonder dat daarbij maaltijden worden afgenomen (de loutere levering ervan – afhaal – is reeds aan 6% onderworpen).
De fiscus zal hierover nog een uitgebreide commentaar publiceren, net als een verduidelijking van de impact van deze btw-verlaging op de forfaitaire btw-regeling voor de horeca.

Aanpassingen aan GKS uitvoeren
Uiteraard heeft deze btw-verlaging ook zijn gevolgen voor het gebruik van een kassasysteem. Het spreekt voor zich dat de geregistreerde kassasystemen in die zin moeten worden aangepast.
Standaard zijn in zo’n GKS 4 btw-codes voorzien:

A:        21 %
B:        12 %
C:          6 %
D:          0 %

De codes zelf moeten niet aangepast worden. Alle artikelen gekoppeld aan de code B moeten nu gekoppeld worden aan de code C. Ook de dranken die ter plaatse worden verbruikt moeten gekoppeld worden aan de code C in plaats van de code A, met uitzondering van de twee voormelde categorieën van alcoholische dranken waarvoor de code A van toepassing blijft.
Btw-plichtigen moeten van deze aanpassingen dus snel werk (laten) maken. De fiscus raadt ten zeerste af de gekoppelde codes te behouden en in de plaats de btw-tarieven van die codes aan te passen. Evenmin mogen exploitanten voor de verstrekte restaurant- en/of cateringdiensten waarvoor het verlaagd btw-tarief van 6% geldt, gemakkelijkheidshalve de code ‘take-out’ gebruiken.
Maar als die aanpassing niet tijdig lukt, dan nog moeten de betrokken exploitanten de mogelijkheid hebben om op basis van de details van de ingegeven verrichtingen, het juiste btw-tarief toe te passen voor het invullen van hun btw-aangifte. Het toe te passen btw-tarief hangt immers niet af van een codering in een GKS, wel van de wetgeving. Feit is wel dat het GKS-ticket dan niet correct is, omdat het niet het juiste btw-tarief vermeldt. Maar het zou toch straf zijn als de fiscus daarvoor boetes zou uitschrijven.
Als de exploitant zou beslissen zijn prijzen aan te passen, dan moeten die uiteraard ook in het GKS aangepast worden.

FOD Financiën, nieuwsbericht 6 juni 2020

Informaticaprobleem veroorzaakt laattijdige inschrijving ingediende btw-aangiften

Door een technisch probleem werden sommige periodieke btw-aangiften, ingediend tussen 28 april en 12 mei 2020, laattijdig ingeschreven in de rekening-courant van de btw-plichtigen. Daardoor zijn er automatisch rekeninguittreksels verstuurd met foutieve bedragen of vermelding van ontbrekende btw-aangiften die wel correct werden ingediend. Ook werd briefwisseling verstuurd over een foutieve opnulzetting van de rekening-courant.
De fiscus stelt alles in het werk om dit probleem op te lossen zodat de betrokkenen hiervan geen nadeel zullen ondervinden. Btw-plichtigen moeten dus geen gevolg geven aan deze brieven als ze in die periode toch een aangifte hebben ingediend.

FOD Financiën, nieuwsbericht, 15 mei 2020​

Tijdelijk btw-verlaging naar 6% voor mondmaskers en hydroalcoholische gels

Ingevolge de coronacrisis verlaagt de fiscus tijdelijk, van 4 mei 2020 tot 31 december 2020, het btw-tarief voor mondmaskers en hydroalcoholische gels naar 6%. Het KB van 5 mei 2020 verwijst voor de mondmaskers naar enkele goederencodes uit de GN-nomenclatuur. Inzake hydroalcoholische gels wordt niets gespecifieerd.
In zijn circulaire nr. 65 van 8 mei 2020 verduidelijkt de fiscus deze maatregel.
 
Mondmaskers
Wat de mondmaskers betreft, is voormeld verlaagd btw-tarief enkel van toepassing op de maskers, ongeacht of ze voldoen aan nationale of internationale kwaliteitsnormen of regels, die gemaakt zijn uit:

papier, papierstof, cellulosewatten of cellulosevezels, voor huishoudelijk, hygiënisch of klinisch gebruik (GN-codes 4818 90 10 00 en 4818 90 90 00);
geconfectioneerde mondmaskers, al dan niet van gebonden textielvlies (GN-codes 6307 90 98 10, 6307 90 98 91 en 6307 90 98 99).

Het gaat hierbij om mondmaskers voor hergebruik als om wegwerpmaskers, zoals de chirurgische (medische) mondneusmaskers, maskers van het type FFP (Filtering Facepiece Particles) en meer algemeen om maskers die, hoewel ze niet noodzakelijk voldoen aan de Europese regelgeving en normen ter zake, zijn gemaakt uit de hiervoor genoemde materialen en die de mond en neus bedekken. Bij uitbreiding aanvaardt de fiscus dat ook de filters die zijn bestemd om in die mondmaskers te worden geplaatst van deze gunstmaatregel genieten.
Voormeld verlaagd tarief is ook van toepassing op in principe technische maskers gebruikt in de industrie (mondmaskers ingedeeld onder GN-code 9020 00 00 80, zijnde ‘Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers, andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters’).
Beschermende vizieren worden niet beoogd door deze maatregel, net zo min als sjaals en bandanas.
Niet expliciet vermeld in de circulaire, maar dat blijkt uit de wettekst, is dat dit verlaagd btw-tarief niet geldt voor de andere goederen die onder een van de voormelde GN-codes vallen maar die geen mondmaskers zijn.
 
Hydroalcoholische gels
Als hydroalcoholische gels in het kader van voormeld verlaagd tarief zijn enkel bedoeld, de handalcoholgels bestemd voor menselijke hygiëne. De administratie laat ook in dat kader handalcohol toe zonder het gelcomponent (vb. vloeistof aangeboden onder vorm van een verstuiver). Het percentage ethanol is niet van belang.
Andere desinfecterende middelen zijn niet beoogd door het tijdelijk verlaagd btw-tarief.
 
Wanneer is het verlaagd tarief van toepassing?
Voormeld verlaagd btw-tarief geldt van 4 mei 2020 tot 31 december 2020 op de leveringen, intracommunautaire verwervingen en invoeren van voormelde goederen. De hoedanigheid van de verkoper, verwerver of invoerder speelt geen enkele rol.
Hoewel de maatregel in het leven is geroepen in de strijd tegen het coronavirus, zal het genoten tariefvoordeel niet teruggestort moeten worden als achteraf die goederen uiteindelijk niet allemaal gebruikt zouden worden in het kader van deze gezondheidscrisis en dus uiteindelijk niet daadwerkelijk worden ingezet in het kader van de strijd tegen deze pandemie.
Wat de invoer van deze goederen betreft, geldt tot 31 juli 2020 een btw-vrijstelling als die goederen:

​in België voor het verbruik worden aangegeven door overheidsinstellingen of door andere instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter, welke door de minister van Financiën of zijn gemachtigde zijn erkend en;
bestemd zijn om in België te worden aangewend voor de bestrijding van het coronavirus.

Deze vrijstelling primeert op het tijdelijk verlaagd btw-tarief. Noch in zijn circulaire nr. 54 van 17 april 2020 over deze tijdelijke vrijstelling, noch uit deze nieuwe circulaire, kan worden afgeleid dat de filters die in de bedoelde mondmaskers worden geplaatst, de btw-vrijstelling bij invoer genieten.
 
Inwerkingtreding
Bij gebrek aan enige specifieke bepalingen is enkel het wettelijke tijdstip van opeisbaarheid doorslaggevend voor de toepassing van dit verlaagd btw-tarief.
Met andere woorden:

levering door btw-plichtige A aan btw-plichtige B op 25.04.2020;
klant is btw-plichtige, dus factuur verplicht;
factuur van A aan B op 05.05.2020: 6% (tijdstip opeisbaarheid is uitreiking factuur: 05.05.2020);
maar, factuur op 25.04.2020 of bv. 30.04.2020: 21% want tijdstip opeisbaarheid ligt vóór 4 mei 2020 (uitreiking factuur).

Let op: stel gefactureerd op 30.04.2020 met 21%, nu creditnota en nieuwe factuur op 07.05.2020 met 6%: mogelijkheid dat fiscus misbruik art. 1, § 10 Wbtw inroept.
 
Fisconetplus, circulaire nr. 65, 8 mei 2020​
 

Keuzeverklaring kleine onderneming in te sturen voor 10 juni 2020

Btw-plichtige indieners van de periodieke btw-aangifte die in het kalenderjaar 2019 een omzet hebben aangegeven van niet meer dan 25.000 euro (excl. btw), zullen in principe in de loop van de maand mei een brief krijgen van de fiscus over deze vrijstelling. Die brief zal terug te vinden zijn onder ‘Mijn documenten’ in de MyMinfin account van de onderneming. 
Btw-plichtigen die vanaf 1 juli 2020 naar die vrijstellingsregeling willen overstappen, moeten de bij die brief gevoegde keuzeverklaring invullen en vóór 10 juni 2020 bezorgen aan hun bevoegd btw-kantoor (team beheer).

FOD Financiën, bericht, 10 april 2020​

Coronacrisis: volg hier de btw-gevolgen en -maatregelen

COVID-19: impact btw
Klik hier om de btw-gevolgen en -steunmaatregelen te volgen 
 
De verspreiding van het coronavirus heeft ook heel wat gevolgen op het vlak van de btw. Enerzijds zijn er de specifieke maatregelen die de overheid ter zake heeft genomen en mogelijks nog zal nemen, maar deze crisis heeft ook nog andere btw-gevolgen. Denk maar aan de talloze annuleringen van evenementen en klanten die terugbetaald moeten worden of die vouchers in de plaats krijgen, kappers die forfaitair worden belast op een vastgelegd aantal handelingen, terwijl zij nu veel minder of geen klanten over de vloer krijgen, …
Op onze speciale pagina ‘COVID-19: btw impact’ vind je een overzicht van verschillende gevolgen en maatregelen inzake btw. Deze pagina wordt zeer geregeld bijgewerkt en suggesties voor extra topics mogen steeds gemaild worden naar info@btw-lijn.be.
Ook in deze uitzonderlijke periode blijven wij bij De btw-lijn, de ondernemingen en hun accountants en boekhouders bijstaan met hun btw-vragen en -problemen. Onze systemen draaien in een volledig beveiligde cloudomgeving en alle medewerkers kunnen vanop afstand alle dossiers managen. Zij werken allemaal van thuis uit om het risico op besmetting en verspreiding zo minimaal mogelijk te houden, dus ook voor meetings met jullie doen wij voorlopig beroep op ons systeem voor video-conference.
Momenteel zijn alle fysische seminaries opgeschort. Wij hopen zo snel mogelijk nieuws te kunnen brengen over ons klantenseminarie dat normaal begin juni zou doorgaan.
Het hele team van De btw-lijn hoopt dat elk van jullie, en jullie familie, vrienden en collega’s in goede gezondheid mogen blijven en wij duimen samen met jullie dat deze moeilijke periode snel voorbij zal zijn.
Jurgen, Rob, Koen, Erik, Steven, Francis, Evy, Davy, Kim, Bert, Tania, Priscilla.
 

Verlegging invoer-btw ingevolge ET 14.000: formulieren mogen enkel nog gemaild worden

Btw-plichtigen die geregeld goederen invoeren, kunnen een vergunning ET 14.000 aanvragen zodat zij de op de invoer verschuldigde btw niet moeten betalen via de douane, maar gewoon als verschuldigde btw moeten opnemen in hun periodieke btw-aangifte. De btw-aftrek van die invoer-btw kan in dezelfde btw-aangifte worden uitgeoefend. Als die invoer-btw volledig aftrekbaar is, vermijdt de btw-plichtige zo een cash-financiering van die invoer-btw (eerst betalen om nadien via de aangifte te recupereren).
Door de uitzonderlijke context met het Coronavirus heeft de fiscus beslist dat alle formulieren ET14000, onder andere de aanvraag voor de vergunning en het verzoek tot verval van de vergunning, enkel nog gemaild mogen worden. Dat moet op volgend adres: et14000@minfin.fed.be.
FOD Financiën, nieuwsbericht 24 maart 2020

Geen btw op schenking aan zorginstellingen van medische hulpmiddelen in de strijd tegen het Coronavirus

Als een btw-plichtige goederen wegschenkt waarop hij bij de aankoop de btw heeft kunnen recupereren, dan is hij over deze schenking btw verschuldigd (artikel 12, § 1, 2° Wbtw). Op die verplichting bestaan enkele uitzonderingen, zoals onder meer het schenken van voedseloverschotten aan bepaalde instellingen en het schenken van andere levensnoodzakelijke goederen dan voedingsmiddelen die de levenskwaliteit van personen die in armoede leven daadwerkelijk kunnen verbeteren.
Omwille van de huidige coronacrisis breidt de fiscus deze uitzondering nu uit met het schenken van medische hulpmiddelen aan zorginstellingen. In de circulaire nr. 46 van 24 maart 2020 schetst de fiscus de voorwaarden en de draagwijdte van deze steunmaatregel.

Bedoelde goederen
De goederen die btw-plichtigen onder deze regeling kunnen schenken zonder een btw-kost op te lopen, zijn:

medische hulpmiddelen en hun hulpstukken (zoals bedoeld in het KB dd. 18.03.1999 betreffende de medische hulpmiddelen). Het gaat onder meer om:

instrumenten, toestellen en apparaten bestemd om te worden gebruikt voor diagnostische en/of therapeutische doeleinden;
hulpmiddelen bestemd voor klinisch onderzoek;

beschermingsmiddelen voor zorgverstrekkers en patiënten, zoals mondmaskers, beschermkledij, zepen, handgels, enzovoort.

Het speelt geen enkele rol of die goederen aan het normale of een verlaagd btw-tarief onderworpen zijn.
Schenkingen van geneesmiddelen vallen niet onder deze bijzondere regeling. Btw-plichtigen kunnen die wel btw-vrij schenken, maar dan enkel onder de voorwaarden gesteld voor de schenkingen van  andere levensnoodzakelijke goederen dan voedingsmiddelen die de levenskwaliteit van personen die in armoede leven daadwerkelijk kunnen verbeteren (circulaire nr. 48, 13.06.2019).

Hoedanigheid begunstigde
De niet-btw-heffing geldt enkel voor de schenkingen van voormelde bedoelde goederen aan:

instellingen voor gezondheidszorg bedoeld in de gecoördineerde wet van 10.07.2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. Op grond van die wet moeten de ziekenhuizen aan bepaalde normen beantwoorden en moeten ze worden erkend door de FOD Volksgezondheid. Het gaat dan in principe om die instellingen van wie de diensten inzake medische verzorging normaal gezien van btw zijn vrijgesteld door artikel 44, § 2, 1°, a) Wbtw;
de associaties van ziekenhuizen (KB dd. 25.07.1997, BS dd. 18.06.1997);
de ziekenhuisgroeperingen (KB dd. 30.01.1989, BS dd. 21.02.1989);
fusies van ziekenhuizen (KB dd. 31.05.1989, BS dd. 05.07.1989).

Hoedanigheid schenker
Elke btw-plichtige die dergelijke goederen schenkt die hij zelf heeft geproduceerd of heeft aangekocht voor de verkoop of gebruik voor zijn eigen btw-activiteit, komt in aanmerking voor deze bijzondere regeling. Zelfs btw-plichtigen die deze goederen aankopen om ze te schenken in het kader van de bestrijding van het Coronavirus. Zij kunnen de btw over de aankoop van de geschonken goederen gewoon recupereren.

Formaliteiten
Per schenking maakt de btw-plichtige een document op waarin de begunstigde zorginstelling bevestigt de goederen gratis te hebben gekregen en zich ertoe verbindt de geschonken goederen ofwel zelf te zullen gebruiken in het kader van het verstrekken van zorg, ofwel gratis ter beschikking te zullen stellen aan een andere voormelde bedoelde zorginstelling.
De circulaire vermeldt geen uitdrukkelijke termijn waarbinnen dit document moet worden opgesteld, maar we kunnen ervan uitgaan dat dit moet gebeuren uiterlijk de vijftiende dag van de maand na die waarin de schenking heeft plaatsgevonden.
Dit document moet in 2 exemplaren worden opgemaakt, waarvan elke partij verklaart het zijne te hebben ontvangen en moet door beide partijen gedateerd en ondertekend worden. De volgende vermeldingen moeten erop vermeld worden:

de datum;
de (maatschappelijke) benaming, het adres en het btw-identificatienummer van de btw-plichtige schenker;
de (maatschappelijke) benaming, het adres en het ondernemingsnummer van de begunstigde van de schenking;
een volledige en correcte omschrijving van de geschonken goederen;
een vermelding van de hoeveelheid goederen.

De vermelding van een volledige en correcte omschrijving en de hoeveelheid van de geschonken goederen mag vervangen worden door:

ofwel benaming van de goederengroepen (dekens, mondmaskers, beademingsapparatuur…) en de overeenstemmende hoeveelheden;
een kasticket of scanningslijst van de geschonken goederen.

Ook mag de btw-plichtige al zijn schenkingen die hij gedurende één maand aan dezelfde zorginstelling heeft verricht, groeperen op één document dat hij uiterlijk de vijftiende dag van de maand na die waarin de schenkingen hebben plaatsgevonden moet opmaken. De individuele data van de verschillende schenkingen moeten hier niet op vermeld worden, maar de btw-plichtige moet wel de detailgegevens bewaren van de in dat verzameldocument opgenomen schenkingen.
De btw-plichtige schenker moet de stukken die de schenkingen vaststellen niet opnemen in zijn boekhouding. Hij moet die stukken dus ook niet voorzien van een volgnummer, maar hij moet ze wel chronologische volgorde bewaren.

VenB, RPB, PB en BNI
De circulaire omvat ook nog de gevolgen inzake inkomstenbelastingen. Die komen erop neer dat de door de btw-plichtige gedane uitgaven voor productie of aankoop als beroepskost worden aanvaard en dat de schenking niet beschouwd wordt als een abnormaal of goedgunstig voordeel. Alle hiervoor voor de btw gestelde voorwaarden moeten dan wel worden nageleefd. Bovendien zullen ook giften in natura onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een belastingvermindering.

Fisconetplus, circulaire nr. 46, 24 maart 2020

Uitstel btw-verplichtingen ingevolge coronacrisis

Door de problemen ingevolge de verspreiding van het coronavirus voorzag de fiscus op het vlak van btw al in de mogelijkheid om de volgende steunmaatregelen te vragen:

betalingsfaciliteiten;
vrijstelling van nalatigheidsinteresten;
kwijtschelding van boeten voor niet-betaling of laattijdige betaling (de andere boeten worden niet beoogd door de steunmaatregelen)​.

Vandaag laat de fiscus ook nog bijkomende maatregelen weten inzake een versoepeling van de belangrijkste btw-verplichtingen. Ondernemingen kunnen dus zowel onderstaande als bovenstaande maatregelen genieten.
 
Periodieke btw-aangifte en intracommunautaire opgave

aangifte/opgave februari 2020, in te dienen 20 maart 2020: uitstel tot 6 april 2020;
aangifte/opgave maart 2020, in te dienen 20 april 2020: uitstel tot 7 mei 2020;
aangifte/opgave eerste kwartaal 2020, in te dienen 20 april 2020: uitstel tot 7 mei 2020.

Voor btw-plichtigen die in hun aangifte van maart of het eerste kwartaal 2020 hun btw-tegoed voor betaling terugvragen en die deze aangifte indienen ten laatste op 7 mei 2020, zal die terugbetaling in principe geen vertraging oplopen.
 
Maandelijkse btw-teruggaaf
Starters of vergunninghouders die hun btw-tegoed maandelijks willen terugkrijgen, moeten hun btw-aangifte indienen uiterlijk de vierentwintigste van de maand volgend op de aangifteperiode (bv. btw-aangifte over februari 2020 moet dan ingediend zijn uiterlijk op 24 maart 2020).
 
Betaling btw
De fiscus verleent automatisch uitstel van betaling van twee maanden voor de btw zonder dat er boetes of interesten verschuldigd worden.

aangifte februari 2020, te betalen tegen 20 maart 2020: uitstel tot 20 mei 2020;
aangifte maart 2020, te betalen tegen 20 april 2020: uitstel tot 20 juni 2020;
aangifte eerste kwartaal 2020, te betalen tegen 20 april 2020: uitstel tot 20 juni 2020.

 
Jaarlijkse klantenlisting

voor de klantenlisting over het jaar 2019 wordt de indieningstermijn verlengd tot 30 april 2020;
let op, bij een stopzetting van de btw-activiteit wordt de indieningstermijn met een maand verlengd, dus ten laatste op het einde van de vierde maand na het stopzetten van de btw activiteit.

 
FOD Financiën, bericht 18 maart 2020

Fiscus publiceert forfaits voor 2020

Naar jaarlijkse gewoonte publiceert de fisus op Fisconet de forfaits voor btw (toelichting en desgevallend berekeningsbald) die in 2020 van toepassing zijn. Klik hier voor een overzicht van de forfaits en de link naar Fisconet.

Dan toch nog 6% btw mogelijk voor planten in sierpot of sierschaal

Btw-tarief voor samengestelde sierteeltproducten
De fiscus heeft steeds aanvaard dat voor planten die in een sierpot of sierschaal als één compositie worden verkocht, het geheel aan 6% btw was onderworpen als de waarde exclusief btw van de sierpot of sierschaal niet meer dan 20% vertegenwoordigde van de totale waarde van dat geheel. Er was in dat geval volgens de fiscus geen sprake van een van de planten onderscheiden goed.
Maar in zijn circulaire nr. 92 van 19 september 2019 kondigde de fiscus aan dat voor planten die in een sierpot of sierschaal als één compositie worden geleverd, vanaf 2020 steeds 21% btw verschuldigd is. Deze wijziging werd ook besproken op ons klantenseminarie vorige maand (klik hier voor de documentatie, slide 102 en 103), met de bijkomende vermelding dat dit standpunt mogelijks alsnog teruggedraaid zou kunnen worden
De administratie heeft nu bevestigd dat, ingevolge gesprekken tussen de sector en het kabinet van de minister van financiën, is beslist dit nieuw standpunt toch niet te eisen en het oude standpunt te behouden.
Let wel, een opsplitsing van de prijs van het geheel over 6% voor de planten en 21% voor de sierpot of sierschaal, is in tegenstelling tot vroeger, niet meer toegestaan. Voormelde 80/20-regel zal dus zowel voor bloemstukken als voor planten verkocht in een sierpot of sierschaal steeds bepalen of de totale prijs aan 6%, dan wel aan 21% btw is onderworpen.
De fiscus zal hierover nog een nieuwe circulaire publiceren.

Levering van planten bij tuinaanleg of -onderhoud
De bepaling in voormelde circuaire over het verlaagd btw-tarief bij de levering van planten in het kader van de aaneg of onderhoud van een tuin blijven wel van toepassing.In principe zijn goederen die geleverd worden door een btw-plichtige die ze ook onroerend maakt, als onderdeel van de dienst onderworpen aan het btw-tarief dat van toepassing is op het werk in onroerende staat. Daarom was op diensten van tuinaanleg of -onderhoud waarbij de tuinaannemer ook de planten leverde, steeds het tarief van 21% van toepassing, ook al is de loutere levering van die planten onderworpen aan het btw-tarief van 6%.
Sinds 1 april is echter voorzien dat btw-plichtigen het verlaagd tarief voor de levering van levende planten ook kunnen toepassen op de planten die ze bij tuinaanleg of -onderhoud mee verstrekken. De fiscus heeft nu ook bijkomende standpunten over deze maatregel gepubliceerd.

Beoogde bomen en planten
Enkel de volgende goederen blijven het verlaagd tarief, dat op hun loutere levering van toepassing is, genieten als ze geleverd worden bij de aanleg en het onderhoud van tuinen:

levende woudbomen, levende fruitbomen, heesters en -struiken alsmede plantgoed daarvan;
levende sierbomen, -heesters, -struiken en andere levende sierplanten, bollen, knollen, wortels en ander plantgoed voor de sierteelt.

Het gaat dus om de planten die met levende wortels worden aangeboden, en bestemd zijn om te worden overgeplant. Dat kunnen ook eenjarige​ planten, kamerplanten, graszoden of grasrollen zijn. Ook bloembollen en knollen van planten zijn bedoeld, net zoals levende wortels van planten, enten en afleggers.
Gras- of bloemzaden zijn dan weer niet bedoeld. De levering daarvan valt wel onder het verlaagd btw-tarief van 6%, maar dan ingevolge cijfer 3 van de rubriek VII van voormelde tabel A. En bij dat cijfer heeft de wetgever niet voorzien in het behoud van het verlaagd btw-tarief wanneer ze worden verstrekt samen de dienst van tuinaanleg of -onderhoud.
Dus is de dienst die bestaat uit het inzaaien van een gazon van een tuin, volledig onderworpen aan het btw-tarief van 21% (met uitzondering van grasvelden bij schoolgebouwen en centra voor leerlingenbegeleiding). Bij het aanleggen van een gazon in een tuin met gebruik van grasrollen, zijn de grasrollen aan 6% btw onderworpen, terwijl op de dienst van het aanleggen van de gazon het normale btw-tarief van toepassing is.

Wat is een tuin?
Enkel als de levende planten verstrekt worden in het kader van de aanleg of het onderhoud van een tuin, blijven ze het verlaagd btw-tarief van 6% genieten. Volgens de fiscus moet hier onder het begrip ‘tuin’ worden verstaan:

de tuinen van privéwoningen of van verblijfsinrichtingen van bijvoorbeeld gehandicapten of bejaarden;
de tuinen die bij bedrijfs- of overheidsgebouwen horen en die bestemd zijn voor het personeel, klanten en/of bezoekers;
openbare tuinen en parken die bestemd zijn om er in te wandelen of er tot rust te komen, met inbegrip van vegetatielandschappen en begraafplaatsen;
de tuinen van inrichtingen voor cultuur of vermaak zoals pretparken, dierentuinen, plantentuinen, speeltuinen, welnesscentra, enzovoort, die uitsluitend bestemd zijn om door de bezoekers en/of personeel te worden gebruikt.

Worden voor de toepassing van voormeld verlaagd btw-tarief niet als tuin worden beschouwd:

parkeerterreinen van bedrijfs- en overheidsgebouwen;
terreinen en/of vegetatie voor inrichtingen bestemd voor sport, zoals voetbalvelden, golfterreinen, terreinen voor atletiek, enzovoort;
vegetatie op de openbare weg, zoals plantsoenen langs een straat of laan, bloemenbakken op de openbare weg, vegetatie aan een rotonde, groenstroken, bermen, enzovoort (openbare tuinen en parken zoals hiervoor vermeld, worden wel als tuin beschouwd);
vegetatie langs een parkeerterrein van een bedrijf of een rustplaats langs een auto(snel)weg;
weides of graslanden en akkervelden;
vegetatie langs landingsbanen van een luchthaven en langs de spoorwegen;
oevers van waterwegen.

Bij de aanplanting van voormelde zones zullen de bij het werk geleverde planten het btw-tarief volgen van het werk in onroerende staat waar ze deel van uitmaken.

Onderdeel van werk in onroerende staat
De vanaf 1 april 2019 van toepassing zijnde btw-verlaging geldt voor de voormelde goederen die bij de aanleg en het onderhoud van tuinen worden geleverd. Hoewel dit niet uitdrukkelijk uit de wettekst blijkt, moet de aanplanting ervan volgens de fiscus een werk in onroerende staat zijn.
Als een btw-plichtige de planten levert en aanplant in bijvoorbeeld een bloembak die niet onroerend uit zijn aard is, dan gaat het nog steeds om een levering ervan. Dus is het verlaagd tarief steeds van toepassing, tenzij natuurlijk de btw-plichtige niet enkel de planten maar ook die bloembak levert. In dat geval zou het wel kunnen dat de plant het btw-tarief van de bloembak moet volgen (zie verder).
Als de btw-plichtige de planten verstrekt in het kader van zijn dienst van aanleg of onderhoud van een tuin dat als een werk in onroerende staat kwalificeert, dan is er voor btw, ondanks dat er verschillende btw-tarieven van toepassing zullen zijn, toch sprake van één enkele dienst. De maatstaf van heffing zal dan moeten worden gesplitst zodat het deel van de prijs van het werk in onroerende staat dat op het verstrekken van de levende planten betrekking heeft, aan 6% btw onderworpen kan worden. Bij gebrek aan dergelijke uitsplitsing is er volgens de fiscus 21% btw verschuldigd op de totale prijs (met uitzondering voor tuinaanleg of -onderhoud bij schoolgebouwen en centra voor leerlingenbegeleiding). En het zijn inderdaad enkel de planten die volgens de fiscus in dat geval het verlaagd btw-tarief genieten. Als de btw-plichtige nog andere goederen verstrekt in het kader van de aanleg of het onderhoud van de tuin, zoals bijvoorbeeld meststoffen, dan is dat deel van de prijs steeds onderworpen aan 21%. Net zoals bijvoorbeeld de transportkosten die de btw-plichtige aan zijn klant zou aanrekenen.
De situatie kan zich ook voordoen dat de btw-plichtige in het kader van tuinaanleg of -onderhoud niet enkel levende planten in de grond plant (onroerend) maar dat hij ook voor een deel planten levert die hij aanplant in bijvoorbeeld een bloembak die niet onroerend uit zijn aard is. In dat geval stelt de fiscus dat er sprake is van twee afzonderlijke prestaties. Enerzijds een werk in onroerende staat en anderzijds een loutere levering van levende planten. Beide handelingen moeten dan elk hun eigen btw-regime volgen. Als echter op het werk in onroerende staat de verlegging van heffing moet worden toegepast, dan mag de btw-plichtige zijn factuur volledig zonder btw uitreiken als dat werk in onroerende staat het merendeel bedraagt van de handelingen die in het kader van de overeenkomst voor tuinaanleg of -onderhoud worden aangerekend.

Verlegging van heffing
Omdat de fiscus het verstrekken van de planten bij de aanleg of onderhoud van een tuin in zijn geheel als één prestatie beschouwt, zijnde een werk in onroerende staat, zal de factuur voor deze prestatie in zijn geheel zonder btw moeten worden opgemaakt en zal de kant zelf de btw moeten voldoen als die:

een in België gevestigde btw-plichtige is die hier gehouden is tot het indienen van de periodieke btw-aangifte;
een niet in België gevestigde btw-plichtige is die hier via een individuele aansprakelijke vertegenwoordiger is geregistreerd.

De afnemer moet dan zelf bepalen op welk deel hij 6% en op welk deel hij 21% btw zal verleggen. Daarvoor zal de leverancier zijn factuur best detailleren, maar hij mag noch de btw-tarieven, noch de btw-bedragen vermelden.

Oude of nieuwe regeling?
Zoals steeds bij de aanpassing van btw-tarieven zal de nieuwe regeling enkel gelden voor de btw die ten vroegste opeisbaar is geworden vanaf 1 april 2019.

Fisconetplus, circulaire nr. 92, 19 september 2019​
 

Certificaten GKS ingetrokken?

Begin december verschenen er nieuwsberichten over het gebruik van frauduleuze software bij geregistreerde kassasystemen (GKS) van een bepaalde leverancier. Gebruikers van een GKS afkomstig van deze leverancier hebben waarschijnlijk al een schrijven ontvangen van de FOD Financiën dat de certificaten van hun GKS met onmiddellijke ingang zijn ingetrokken.
Het is voor deze gebruikers belangrijk om zo snel als kan contact op te nemen met de betrokken dienst die de brief heeft verstuurd om een afspraak te maken zodat de bevoegde ambtenaren ter plaatse kunnen komen vaststellen of het gebruikte GKS al of niet nog aan de wettelijke voorschriften voldoet. De kans bestaat dus dat het geïnstalleerde GKS verder gebruikt mag worden, en er geen ander GKS geïnstalleerd moet worden (te verifiëren door de fiscus).
De FOD Financiën heeft ons telefonisch bevestigd dat de aangeschreven ondernemingen hun geïnstalleerd GKS voorlopig verder mogen blijven gebruiken in afwachting van het plaatselijk nazicht van dat GKS. Er is dus geen nood om al onmiddellijk over te gaan tot het uitreiken van de traditioneel met de hand in te vullen btw-bonnetjes.