Het Grondwettelijk Hof verwerpt een verzoek tot vernietiging van de nieuwe regels voor de btw-vrijstelling op diensten inzake medische verzorging (arrest nr. 87/2023 dd. 08.06.2023). Dat was onder meer ingesteld door enkele beroepsverenigingen en (para)medische beroepsbeoefenaars die zich er niet in konden vinden dat de administratie zelf zou kunnen beslissen welke beoefenaars van de niet-gereglementeerde (para)medische beroepen voor de btw-vrijstelling in aanmerking komen. Deze groep moet immers voorafgaand aan de toepassing van de btw-vrijstelling, hiervan een kennisgeving doen aan de administratie.
In tegenstelling tot wat de indieners van het verzoek tot vernietiging stellen, oordeelt het Hof dat deze kennisgeving de administratie niet machtigt om de begunstigden van de btw-vrijstelling zelf bij algemene regel vast te stellen. Die kennisgeving is voor de administratie niet meer dan een informatiemiddel om een concreet geval individueel te beoordelen. En die administratieve beoordeling kan getoetst worden voor de rechtbank.
Het is volgens het Hof niet vereist dat de wetgever criteria vaststelt die zodanig precies zijn dat de administratie en de rechter over geen enkele beoordelingsbevoegdheid meer zouden beschikken in een aangelegenheid die wordt gekenmerkt door zeer uiteenlopende situaties.
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216