In geval van moeilijkheden inzake de heffing van de btw voorziet artikel 84, eerste lid Wbtw dat die worden opgelost door de minister van Financiën, op voorwaarde dat zij ontstaan zijn vóór het inleiden van een rechtsgeding.
Dit artikel voorziet niet zelf in een delegatiemogelijkheid van deze bevoegdheid. Maar uit de voorbereidende werkzaamheden van de wet van 3 juli 1969 tot invoering van het Wbtw blijkt dat deze mogelijkheid wel bedoeld is.
Op basis hiervan heeft de minister deze aan hem toegekende bevoegdheid op algemene en schriftelijke wijze gedelegeerd aan de gewestelijke directeurs met het vermogen de hen toegekende machten over te dragen aan welbepaalde andere ambtenaren.
Indien nodig zal in geval van een juridisch geschil de akte tot delegatie aan de rechtbank worden voorgelegd.
De bemiddelingsdienst spreekt zich, in de geest van artikel 84quater Wbtw in principe niet uit over de kwijtschelding of vermindering van een proportionele of niet-proportionele fiscale geldboete waarover de minister of de door hem gedelegeerde ambtenaar beslist op grond van artikel 9 van het Regentbesluit van 18 maart 1831.
Vr. & Antw. Kamer, 2014-2015, 54-020, 13 april 2015, Vraag nr. 207, G. Gilkinet, 4 maart 2015
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216