In het Staatsblad van 24 oktober 2024 is een KB gepubliceerd dat verschillende KB’s wijzigt ingevolge de invoering van de nieuwe btw-ketting vanaf 1 januari 2025 waarmee onder meer de btw-rekening-courant verdwijnt, de btw-plichtige vrij over zijn btw-tegoeden kan beschikken, het boetestelsel hervormd wordt en een procedure van vervangende aangifte ingeval van niet-indiening wordt ingevoerd.
Deze maatregelen treden wettelijk in werking op 1 januari 2025, met uitzondering van die over de provisierekening btw en de teruggaaf van btw-tegoeden die pas op 1 februari 2025 in voege gaan, zodat die enkel van toepassing zijn op de btw-aangiften over ten vroegste januari of het eerste kwartaal 2025.
Maar de fiscus heeft al laten weten dat tot 30 april 2025 de huidige btw-rekening-courant behouden blijft en dat de provisierekening btw pas vanaf 1 mei 2025 in gebruik zal worden genomen.
Aangifte en betaling
Voor maandaangevers blijven de indienings- en betalingstermijn de 20ste van de maand die volgt op het aangiftetijdvak. Kwartaalaangevers krijgen hiervoor tijd tot de 25ste dag van de maand die volgt op het aangiftetijdvak. We gaan er zonder tegenbericht van de fiscus momenteel van uit dat, net zoals in de huidige regeling, de indienings- en betalingsdeadline verlengd wordt naar de eerstvolgende werkdag als die op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt.
Voor de IC-listing gelden dezelfde indieningstermijnen: voor de maandelijkse opgave uiterlijk de 20ste, voor de kwartaalopgave uiterlijk de 25ste van de maand die volgt op het aangiftetijdvak.
Ook de MTN-aangifte (opgave van vrijgestelde IC-leveringen van nieuwe vervoermiddelen aan afnemers zonder btw-nummer) kan door kwartaalaangevers worden ingediend tot de 25ste van de maand die volgt op het kwartaal waarop ze betrekking heeft. Maandaangevers moeten deze lijst indienen uiterlijk de 20ste van de maand die volgt op het kwartaal waarop ze betrekking heeft.
En voor de bijzondere btw-aangifte die steeds op kwartaalbasis moet worden ingediend, geldt als deadline voor de indiening en de betaling eveneens de 25ste van de maand die volgt op het aangiftetijdvak.
De betalingen van de btw moeten vanaf 1 mei 2025 op een nieuw rekeningnummer gebeuren. Het rekeningnummer BE41 6792 0036 4210 zal vanaf dan gebuikt moeten worden voor:
- betalingen van periodieke btw-aangiften, vervangende aangiften en eventuele nalatigheidsinteresten en boetes voor niet-betaling of gedeeltelijke betaling, zolang de fiscus geen uitvoerbare titel heeft opgesteld;
- voeden van de provisierekening btw.
Het rekeningnummer BE42 6792 0000 0054 moet vanaf 1 mei 2025 gebruikt worden voor betalingen van:
- periodieke btw-aangiften en vervangende aangiften waarvoor de fiscus wel al een uitvoerbare titel heeft opgesteld;
- alle andere btw-schulden die door de FOD Financiën zijn vastgesteld.
Betalingen die na 1 mei 2025 nog op de oude rekeningnummers worden gedaan, zullen automatisch worden doorgestuurd naar het nieuwe juiste rekeningnummer.
Vanaf 2026 zou het mogelijk zijn om de btw te betalen via domiciliëring.
Correcties van een btw-aangifte
Vanaf 2025 zal het voor een btw-plichtige niet langer mogelijk zijn om na het verstrijken van de wettelijke indieningsdeadline nog een verbeterende btw-aangifte in te dienen die de vorige aangifte annuleert en vervangt. Stelt hij na die deadline vast dat er een materiële fout is geslopen in de ingediende btw-aangifte, dan neemt hij de correcties op in de eerstvolgende in te dienen btw-aangifte. Als er een verbeterend stuk wordt opgesteld of uitgereikt, dan moet dit (en dus de correctie) worden opgenomen in de periodieke btw-aangifte over het aangiftetijdvak waarin het werd uitgereikt.
De provisierekening btw
Btw-schulden van minstens 2,5 euro worden opgenomen in de applicatie FIRST (Federal Integrated Recovery System and Tax-refund) van de Algemene Administratie voor Inning en Invordering (AAII).
Btw-tegoeden van minstens 2,5 euro die blijken uit ingediende btw-aangiften en waarvoor geen terugbetaling is gevraagd, worden ingeschreven op de provisierekening btw, tenzij die tegoeden door de fiscus ingehouden of aangewend worden. Betalingen die de btw-plichtige doet (bv. vrijwillige voorschotten), worden ook op die provisierekening ingeschreven.
De btw-plichtige zal zijn btw-tegoed op die provisierekening geheel of gedeeltelijk kunnen terugvragen via MyMinfin. De procedure daarvoor moet nog vastgelegd worden in een nieuw KB 24, maar de terugbetaling zou gebeuren binnen de maand na de aanvraag ervan, als het tegoed minstens 50 euro bedraagt.
Btw-tegoeden – teruggaaf
Ook de regels voor teruggaaf van btw-tegoeden worden aangepast. De terugbetaling aan indieners van de periodieke btw-aangifte zal per aangiftetijdvak gebeuren. Dus maandaangevers zullen altijd recht hebben op maandelijkse teruggaaf van hun btw-tegoeden, waardoor alle huidige bijzondere regelingen voor maandelijkse teruggaaf vervallen.
Onder de nieuwe regels (vanaf 01.02.2025) komt een tegoed maar in aanmerking voor terugbetaling als aan de volgende basisvoorwaarden is voldaan (art. 81 § 1 KB 1 nieuw):
- de aangifte waarin om terugbetaling wordt verzocht moet tijdig zijn ingediend;
- ook de btw-aangiften van de zes maanden (of twee kwartalen) voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de terugbetaling wordt aangevraagd, moeten tijdig ingediend zijn;
- het tegoed (of het saldo ervan na eventuele aanwending of inhouding van een gedeelte van het tegoed) moet minstens 50 euro bedragen;
- de btw-plichtige moet tijdig een geldig bankrekeningnummer aan de fiscus hebben bezorgd (uiterlijk het einde van de maand vóór de maand van de terugbetaling).
De aanvraag in de btw-aangifte van de terugbetaling van het btw-tegoed, zal enkel nog slaan op het tegoed dat uit die btw-aangifte blijkt (voor terugbetaling van tegoeden op de provisierekening btw moet een andere procedure gevolgd worden – zie hiervoor). Die terugbetaling zal, als de voormelde voorwaarden vervuld zijn, uitgevoerd worden uiterlijk op het einde van de tweede of de derde maand die volgt op het betrokken aangiftetijdvak, naargelang het om een maand- of om een kwartaalaangever gaat.
Als niet aan alle voorwaarden voor de terugbetaling van het btw-tegoed is voldaan, of als het btw-tegoed niet wordt teruggevraagd, dan wordt het ingeschreven op de provisierekening btw (art. 81 §2 KB 1 nieuw) als het minstens 2,5 euro bedraagt (bedragen van minder dan 2,5 euro worden nooit ingevorderd, noch terugbetaald). Dat gebeurt voor een kwartaalaangever uiterlijk op het einde van de derde en voor een maandaangever uiterlijk op het einde van de tweede maand die volgt op het betrokken aangiftetijdvak. Als de btw-aangifte te laat wordt ingediend, dan is niet voldaan aan alle voorwaarden voor de terugbetaling van het tegoed. Het zal dan ingeschreven worden op de provisierekening btw, respectievelijk op het einde van de derde of de tweede maand die volgt op de maand waarin de btw-aangifte laattijdig werd ingediend.
Zolang btw-tegoeden nog niet op de provisierekening btw zijn ingeschreven, blijven ze beschikbaar om de volgende btw-aangifte te vereffenen.
Btw-tegoeden worden maar terugbetaald of ingeschreven op de provisierekening btw voor zover de fiscus het tegoed niet geheel of gedeeltelijk aanwendt of inhoudt ingevolge:
- openstaande btw-schulden en daarbij horende geldboeten, nalatigheidsinteresten en kosten die voortvloeien uit een overtreding die is begaan vóór het verstrijken van de maand of het kwartaal waarop de betrokken btw-aangifte betrekking heeft;
- ernstige vermoedens of bewijzen dat de betrokken btw-aangifte, of die van vorige aangiftetijdvakken, gegevens bevatten die onjuist zijn en een btw-schuld in het vooruitzicht stellen maar waarbij de fiscus nog tijd moet krijgen om de waarachtigheid van die gegevens na te gaan;
- niet tijdig antwoorden op een vraag om inlichtingen over het btw-tegoed (in principe een maand maar de fiscus kan deze termijn inkorten tot 10 dagen).
De voormelde regels inzake teruggaaf zijn in principe van toepassing vanaf 1 februari 2025. Maar omdat de provisierekening btw pas vanaf 1 mei 2025 ingevoerd zal worden, zal een aanvraag tot terugbetaling in een btw-aangifte ingediend voor 1 mei 2025 nog slaan op het hele tegoed op de btw-rekening-courant, die behouden blijft tot 30 april 2025. Btw-tegoeden die niet terugbetaald worden, zullen bijgevolg tot 30 april 2025 op de btw-rekening-courant ingeschreven worden en pas vanaf 1 mei 2025 op de provisierekening btw.
Btw-tegoeden op de btw-rekening-courant kunnen ook via een uitdrukkelijk verzoek buiten de btw-aangifte om teruggevraagd worden. Maar de tegoeden waarvoor op 30 april 2025 nog geen terugbetaling is gevraagd, worden vanaf begin mei 2025 overgeboekt naar de provisierekening btw. Vanaf dan zal de terugbetaling ervan gevraagd kunnen worden via MyMinfin.
De regels voor terugbetaling van een btw-tegoed dat blijkt uit een ingediende bijzondere btw-aangifte, worden op dezelfde wijze aangepast, met het verschil dat er geen provisierekening btw wordt gehouden voor btw-plichtigen die geen periodieke btw-aangifte moeten indienen (artikel 83 KB 1).
Artikel 82 KB 1 over btw-tegoeden op een bijzondere rekening wordt geschrapt, omdat onder de nieuwe btw-ketting zowel de btw-rekening-courant als de bijzondere rekening verdwijnen.
Vervangende btw-aangifte
Voor btw-plichtigen die hun aangifteverplichtingen niet nakomen, zal een geautomatiseerde procedure worden toegepast die ‘de laksheid van de btw-plichtige’ moet compenseren. Die procedure begint met een voorstel van vervangende aangifte (VVA) als de periodieke btw-aangifte niet is ingediend na het einde van de 3de maand die volgt op het betrokken aangiftetijdvak.
Voorbeeld: voor de handelingen van december 2025 is de deadline voor het indienen van de btw-aangifte 20 januari 2026. De fiscus kan dan het voorstel van vervangende aangifte pas vanaf 1 april 2026 ter kennis brengen.
Het bedrag van die vervangende aangifte is gelijk aan het hoogste verschuldigde bedrag aan btw dat is opgenomen in de periodieke btw-aangiften die slaan op de twaalf maanden vóór het aangiftetijdvak van de niet-ingediende btw-aangifte. Is dat bedrag kleiner dan 2.100 euro (later te indexeren), dan vermeldt de voorlopig vervangende aangifte 2.100 euro verschuldigde btw.
In het voorbeeld hiervoor kijkt de fiscus dus naar de btw-aangiften van december 2024 tot november 2025. Het hoogste bedrag in het rooster 71 van die aangiften wordt dan genomen, of desgevallend het minimum van 2.100 euro.
De btw-plichtige heeft vervolgens één maand tijd om hiertegen te reageren, te rekenen vanaf de derde dag na de afgifte ter post door de fiscus van de aangetekende kennisgeving van de VVA.
Dient hij zijn aangifte alsnog binnen die maand in, dan vervalt de procedure van de vervangende aangifte. Er worden in principe boetes opgelegd voor het laattijdig indienen van de aangifte en desgevallend ook voor de laattijdige betaling ervan.
Is binnen die maand de btw-aangifte nog steeds niet ingediend, dan wordt de vervangende aangifte definitief. Ook hiervan zal de fiscus via een aangetekend schrijven kennisgeving doen aan de btw-plichtige, die deze aangifte nog kan betwisten via een administratief beroep of via de rechtbank. Ook deze kennisgeving krijgt uitwerking vanaf de derde dag na de afgifte ervan ter post door de fiscus.
Voor een administratief beroep (artikel 17bis KB 1 nieuw) moet het bezwaarschrift worden ingediend binnen de zes maanden vanaf de datum van uitwerking van kennisgeving van de definitief vervangende aangifte op het door de minister van Financiën of zijn gemachtigde bepaalde elektronische adres. Het moet de volgende gegevens bevatten:
- de naam of de maatschappelijke benaming, het adres van zijn administratieve of maatschappelijke zetel, het e-mailadres en het btw-nummer van de btw-plichtige;
- de betrokken aangifteperiode;
- de bedragen die vermeld hadden moeten worden in de periodieke btw-aangifte die niet werd ingediend en die aanleiding heeft gegeven tot de definitieve vervangende aangifte;
- de verantwoording van de waarachtigheid van die bedragen (dat wordt niet nader toegelicht in het verslag aan de Koning).
De btw-plichtige kan ook zelf tijdens een lopende bezwaarprocedure naar de rechtbank stappen tegen de definitieve vervangende aangifte. Die rechtsvordering beëindigt dan wel van rechtswege de bezwaarprocedure.
Zonder betwisting moet de btw-plichtige het bedrag van de definitieve aangifte onverwijld voldoen. De nalatigheidsinteresten worden op dat bedrag berekend en beginnen te lopen vanaf het verstrijken van de wettelijke indieningstermijn. Bij herhaaldelijke niet-indiening van btw-aangiften die heeft geleid tot definitieve vervangende aangiften, zal een belastingverhoging opgelegd worden volgens een schaal vast te leggen in een KB.
Boetes
De boete voor het niet indienen van de btw-aangifte wordt verlaagd van 1.000 euro naar 500, maar enkel voor de eerste overtreding. Van zodra er sprake is van het herhaaldelijk niet indienen van de periodieke btw-aangifte, gaat de boete progressief omhoog (afdeling 1, rubriek I, A KB 44 nieuw):
- 1.250 euro voor de tweede overtreding;
- 2.500 euro voor de derde overtreding;
- 5.000 euro per elke volgende overtreding.
Het laattijdig indienen van een btw-aangifte met niet meer dan vijf maanden vertraging, of de indiening ervan die een einde maakt aan de procedure van een vervangende aangifte, wordt bestraft met een boete van 100 euro per maand vertraging met een maximum van 500 euro.
De boete voor het laattijdig betalen van de verschuldigde btw hangt af van het feit of de aangifte wel of niet is ingediend, en zo ja, of ze tijdig of te laat werd ingediend:
- tijdig ingediend: 5% van de verschuldigde btw;
- laattijdig ingediend: 10% van de verschuldigde btw;
- niet ingediend (in principe bij een definitief vervangende aangifte): 15% van de verschuldigde btw.
MyMinfin Account
De fiscus werkt ook nog aan het project MyMinfin Account. Daar moeten btw-plichtigen en hun raadgevers alle tegoeden en te betalen bedragen bij de FOD Financiën op één plek kunnen raadplegen en zullen alle bewegingen en documenten voor elk tegoed en elk te betalen bedrag beschikbaar zijn. Via MyMinfin Account zullen ook online betalingen, wijzigingen van het rekeningnummer, aanvragen van betalingsfaciliteiten en nog veel meer uitgevoerd kunnen worden. Vanaf de tweede helft van 2025 zouden de eerste elementen van dat project beschikbaar moeten zijn.
KB dd. 29.09.2024, BS 23.10.2024
FOD Financiën, nieuwsbericht, 22 november 2024