Op 15 september 2016 oordeelde het Europese Hof van Justitie in de zaken Senatex en Barlis, dat het recht op aftrek niet kan geweigerd worden wanneer vaststaat dat de btw-plichtige de betrokken goederen of diensten afgenomen heeft bij een andere btw-plichtige om ze te gebruiken voor zijn uitgaande handelingen die recht op aftrek verlenen (materiële voorwaarden), ook al zijn er bepaalde formele voorwaarden (conforme factuur) niet vervuld.
Met de circulaire nr. 64 van 12 oktober 2017 laat de fiscus nu weten zich aan te sluiten bij deze rechtspraak.
Als de aankoopfactuur niet regelmatig is en/of onvolledig ten aanzien van de factuurverplichtingen opgenomen in het KB nr. 1, zal de fiscus het recht op aftrek geval per geval beoordelen:
op basis van een gecorrigeerde factuur, en/of
in combinatie met aanvullende bewijskrachtige stukken die de btw-plichtige voorlegt en die ondubbelzinnig betrekking hebben op de factuur (bestelbonnen, offertes, correspondentie, enz.).
Uiteraard moet het bewijs worden geleverd dat de materiële voorwaarden voor het recht op aftrek vervuld zijn.
Eveneens in lijn met de uitspraak van het Hof in de zaak Astone mag de btw-plichtige zich niet schuldig gemaakt hebben aan fraude of misbruik, want dan kan de btw-aftrek wel geweigerd worden, net zoals wanneer de btw-plichtige wist of had moeten weten dat de handeling waarvoor de btw-aftrek wordt uitgeoefend deel uitmaakt van een ketting van handelingen waar sprake is van fraude of misbruik.
De fiscus benadrukt wel dat voormelde corrigerende facturen en/of aanvullende bewijskrachtige stukken tijdig aan de controleur moeten worden voorgelegd, d.w.z. vóór de beëindiging van de btw-controle.
Fisconetplus, circulaire nr. 64, 12 oktober 2017
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216