Een vzw organiseert concerten in de ruïnes van de abdij van Villers-la-Ville. Zij verkoopt de volgende categorieën van tickets:
categorie 1, € 35: recht op toegang tot de inrichting voor cultuur;
categorie 2, € 55: cocktail formule – toegang + dranken die ter plaatse worden verbruikt;
categorie 3, € 75: toegang + eten en drinken dat ter plaatse wordt verbruikt;
categorie 4, € 125: VIP-plaatsen die recht geven op toegang + eten en drinken + gebruik van parasols en klapstoelen + parkeerplaatsen.
De vzw heeft op de verkoop van al deze tickets 6% btw afgedragen. De fiscus aanvaardt daarentegen de 6% slechts op de toegang tot het evenement. Voor alle formules van meer dan € 35 belast de fiscus het verschil tussen de verkoopprijs van het ticket en de € 35 met 21% btw. De fiscus aanvaardt niet dat de dranken, maaltijden, parking, enz. als bijkomstig bij het concert kunnen worden beschouwd waardoor ze het fiscale lot van de hoofddienst zouden volgen. De klanten kiezen immers zelf de formule in functie van wat ze daarvoor als prestaties ontvangen, dus gaat het om afzonderlijke hoofdprestaties.
In principe dient voor de btw elke dienstverrichting als onderscheiden en zelfstandig te worden beschouwd. Maar is vanuit economisch oogpunt bekeken er sprake van één dienst, dan mag die niet kunstmatig uit elkaar worden gehaald. Anders zou de functionaliteit van het btw-stelsel aangetast kunnen worden.
Of het gaat om meerdere, van elkaar te onderscheiden hoofddiensten, dan wel om één enkele, dat moet beoordeeld worden vanuit het oogpunt van de (modale) consument. Is de dienst voor de klant geen doel op zich is, maar slechts een middel om de hoofddienst van de dienstverrichter zo aantrekkelijk mogelijk te maken, dan is er sprake van één enkele dienstverrichting. Dat er één prijs wordt aangerekend kan een indicatie zijn dat het om één dienst gaat, maar dat is op zich niet doorslaggevend.
Volgens het Hof bedragen de supplementen die de klanten betalen voor de bovenop de toegang tot de voorstelling aangeboden extra diensten, niet meer dan de prijzen die voor deze diensten in normale omstandigheden, zoals in horecazaken, betaald zouden worden. Dat de klanten bereid zijn meer te betalen voor een bepaalde formule is slechts een gevolg van het feit dat ze de concerten willen bijwonen. Die concerten zijn trouwens bijzonder omdat ze zich richten op liefhebbers van concerten in open lucht op een historische site. Het gaat niet om door het brede publiek gekende en geapprecieerde muziek of om concerten in concertzaal.
Volgens het Hof rechtvaardigen die bijzondere omstandigheden dat de toegang tot de voorstelling voor de klant de belangrijkste reden was om inkomtickets aan te kopen en strekken de andere diensten er enkel toe de concerten in de beste omstandigheden te kunnen bijwonen.
Uit de bewoordingen die het Hof gebruikt, blijkt dat voorgaande niet als algemeen principe gehanteerd mag worden voor alle culturele evenementen. In elke situatie zal, op basis van de omstandigheden van de organisatie van het evenement, beoordeeld moeten worden of er sprake is van één hoofddienst, waarbij de bijhorende diensten dezelfde fiscale regeling als de hoofddienst moeten ondergaan, dan wel om meerdere, van elkaar te onderscheiden hoofddiensten die elk hun eigen btw-regeling moeten volgen.
Het Hof van Beroep in Antwerpen oordeelde op 10 mei 2011 dat de vergoeding die de bezoekers van een familie- of pretpark betalen voor de parking geen bijzaak vormt van de toegang tot het park, en dus niet onderworpen kan worden aan het verlaagd tarief van 6%.
Ook in Nederland oordeelde een rechtbank dat de gelegenheid tot parkeren voor de modale bezoeker van een (safari)park een doel op zich is, en geen bijkomstigheid bij de toegang tot het park. Hij kiest zelf tussen diverse vervoermiddelen waarmee hij naar het park komt (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dd. 13.09.2016).
HvB Brussel, 18 april 2017, rolnr. 2014/AF/156
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216