Bestuurdersvennootschappen moeten vanaf 2015 hun vergoedingen aan btw onderwerpen

Gepubliceerd op 24 oktober 2016

De fiscus heeft beslist dat vanaf 1 januari 2015 de vergoedingen die een vennootschap ontvangt voor een bestuurdersmandaat dat zij in een andere vennootschap uitoefent, aan de btw onderworpen zijn. De tolerantie waarbij bestuurdersvennootschappen konden kiezen hun bestuurdersvergoedingen buiten btw te houden, wordt met ingang van die datum ingetrokken.
Dit betekent dat btw-plichtige vennootschappen die geen of geen volledig recht op btw-aftrek hebben, vanaf 2015 over de bestuurdersvergoedingen die ze aan hun hun rechtspersonen-bestuurders verschuldigd zullen zijn, eveneens btw moeten betalen. Deze btw zullen ze niet of niet volledig kunnen recupereren en zal dus een bijkomende kost vormen (vb. verzekeringskantoren waar de bestuurders managementvennootschappen zijn).
Hetzelfde geldt eveneens voor zaakvoerders en vereffenaars.
Wat de impact zal zijn op andere situaties waar, naar analogie met de regeling van rechtspersonen-bestuurders, de vergoedingen voor het besturen en leiden van de onderneming buiten btw gehouden kunnen worden, is nog niet duidelijk. De fiscus heeft wel al mondeling laten weten dat een syndicus onder de vorm van een rechtspersoon, nog zal kunnen kiezen om zijn activiteiten van syndicus buiten btw te houden, maar dit moet officieel nog bevestigd worden.
Voor natuurlijke personen bestuurders wijzigt er voorlopig niets, hun vergoedingen zijn niet aan de btw onderworpen, ook nà 2014.
Prestaties 2014 – betaling bezoldiging in 2015
Voor periodieke bestuurdersbezoldigingen moet men er over waken dat indien men de bezoldiging nog buiten toepassing van btw wil houden, men een afrekening opmaakt voor een periode die afsluit uiterlijk op 31 december 2014. Dat die vergoeding pas in 2015 wordt betaald, speelt dan geen rol.
Geven de bestuurdersprestaties geen aanleiding tot periodieke afrekeningen, dan doet men er best aan om voor de in 2014 geleverde prestaties al een bezoldiging te ontvangen in 2014 om deze nog buiten btw te kunnen houden. De rechtspersoon-bestuurder zou ook in 2014 nog een voorschotfactuur kunnen uitreiken voor zijn bestuurdersbezoldiging en zich beroepen op de administratie tolerantie voorzien in de beslissing nr. E.T. 124.705 van 22 november 2013 waardoor de oude regels inzake opeisbaarheid van de btw nog kunnen worden toegepast en de bezoldiging buiten toepassing van btw blijft.
Alhoewel een tantième ook een vorm van periodieke afrekening is, is het tijdstip van opeisbaarheid volgens de fiscus de datum van de algemene vergadering die de tantième toekent. Bijgevolg zijn volgens de fiscus de tantièmes die pas in 2015 worden toegekend aan rechtspersonen-bestuurders aan de btw onderworpen, ook al hebben zij betrekking op een boekjaar dat in 2014 afsluit.
Btw-registratie
Rechtspersonen-bestuurders die zich tot op heden niet voor de btw hebben laten registreren, moeten vóór 2015 een aangifte van aanvang van werkzaamheid (604A) indienen bij hun bevoegd btw-controlekantoor. Rechtspersonen die wel reeds voor de btw zijn geregistreerd, maar die naast hun aan btw onderworpen handelingen ook bestuurdersbezoldigingen ontvangen waarvoor ze gekozen hebben deze niet aan de btw te onderwerpen, zullen een aangifte van wijziging van activiteit (604B) moeten indienen.
Historische aftrek
Het is tot op heden onduidelijk of de centrale diensten aanvaarden dat een rechtspersoon-bestuurder die zijn bestuurdersmandaat vandaag buiten toepassing van btw uitoefent en die vanaf volgend jaar verplicht is deze prestaties aan btw te onderwerpen, nog btw zal kunnen recupereren met betrekking tot bedrijfsmiddelen die zich nog binnen de herzieningstermijn bevinden en de niet verbruikte goederen en diensten die nog in de onderneming aanwezig zijn en die zijn aangeschaft vóór 2015.
Negatieve impact
Dit nieuwe administratieve standpunt is nefast voor vrijgestelde en gemengde of gedeeltelijke btw-plichtige rechtspersonen die geen of zo goed als geen recht op btw-aftrek hebben (vb. bankkantoren, verzekeringskantoren, medische beroepen, …) en waarbij één of meerdere bestuurders handelen vanuit een rechtspersoon. Over de aan deze laatstgenoemden verschuldigde bezoldigingen zal immers bijkomend 21% btw betaald moeten worden, die niet of niet volledig kan worden afgetrokken. Tenzij deze rechtspersonen-bestuurders hun bezoldiging voortaan als btw inclusief zullen beschouwen.
Btw-eenheid
Over de bestuurdersvergoedingen zal in principe geen btw verschuldigd zijn wanneer de rechtspersoon-bestuurder en de rechtspersoon waarin hij dit mandaat uitoefent, lid zijn van dezelfde btw-eenheid. Let wel, in het kader van de regeling btw-eenheid, en zeker gecombineerd met handelingen met derden die onder een vrijstelling van artikel 44 Wbtw vallen, zal grondig bestudeerd moeten worden in welke mate de werking via een btw-eenheid een impact zal hebben op de toepassing van de betrokken vrijstelling.
Beslissing nr. E.T. 125.180 van 20 november 2014


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?