Interne handelingen binnen btw-eenheid tellen niet mee in omzetberekening voor de vergunning maandelijkse teruggaaf
Btw-plichtigen, met uitzonderingen van de buitenlandse btw-plichtigen die in België voor de btw zijn geïdentificeerd via een vooraf erkend persoon (globaal aansprakelijke vertegenwoordiger), die hun periodieke btw-aangifte maandelijks indienen, kunnen een vergunning vragen om hun btw-tegoeden die uit die periodieke btw-aangiften blijken, maandelijks terugbetaald te krijgen.
Hiertoe moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn:
het btw-tegoed na he indienen van de maandaangifte bedraagt minstens 245 euro;
tijdens het verstreken kalenderjaar bedroeg het btw- overschot het voordeel van de btw-plichtige minstens 12.000 euro;
tijdens het verstreken kalenderjaar realiseerde de btw-plichtige minstens 30% van zijn omzet uit:
leveringen van goederen en diensten die van de btw zijn vrijgesteld door de artikelen 39, 39bis en 39quater Wbtw (uitvoer, IC-leveringen en btw-entrepot);
leveringen van goederen en diensten die van de btw zijn vrijgesteld door de artikelen 40, § 2, 1° en 2°, 41, § 1, eerste lid, 2° tot 6° en 42 Wbtw (goederen onder schorsingsregeling inzake douane, zeevervoer van personen, diensten met bettrekking tot in- en uitvoer van goederen; zeeschepen, vliegtuigen en internationale instellingen);
leveringen van goederen en diensten door buitenlandse btw-plichtigen waarbij de afnemer de Belgische btw moet voldoen (art. 51, § 2, eerste lid, 5° en 51, § 4 Wbtw);
leveringen van goederen en diensten onderworpen aan het verlaagd btw-tarief overeenkomstig de rubrieken XXXI, XXXII, XXXIII, XXXVI, XXXVII en XXXVIII van tabel A van de bijlage bij KB nr. 20 (onroerende sector);
leveringen van goederen en diensten die voor de btw in het buitenland plaatsvinden, voor zover het btw-overschot voortvloeit uit de voorfinanciering van de btw geheven op deze goederen en diensten;
alle btw-aangiften met betrekking tot de handelingen van het lopende jaar moeten ingediend zijn uiterlijk de twintigste van de maand na, naargelang van het geval, het kwartaal of de maand op het einde waarvan het door de Staat verschuldigde bedrag blijkt.
Met betrekking tot de voorwaarden die inzake de omzet worden gesteld, verduidelijkt de administratie dat de leveringen van goederen en de dienstprestaties, verricht tussen de leden van een btw-eenheid, de interne handelingen genoemd, handelingen zijn die buiten de toepassing van de btw-sfeer vallen. Deze interne handelingen mogen dus niet opgenomen worden, noch in het totale omzetcijfer, noch in het bedrag van de vrijgestelde omzet voor de berekening van de 30%-drempel.
Dat de interne handelingen in het rooster 00 van de periodieke btw-aangifte van de btw-eenheid gerapporteerd moeten worden verandert niets aan deze uitsluiting.
Beslissing nr. E.T. 125.728 van 7 maart 2014