In het kader van de coronacrisis verlaagde de fiscus tijdelijk de btw naar 6% voor mondmaskers en hydroalcoholische handgels. Die tijdelijke btw-verlaging liep normaal af op 1 oktober 2021, maar de regering heeft beslist deze maatregel voor een laatste keer te verlengen, dit maal tot 31 december 2021.
Minister Van Peteghem bevestigde in de uitzending van Ter Zake op 19 september 2021 dat de tijdelijke btw-verlaging naar 6% voor de horeca, tot 30 september 2021, niet verlengd wordt.
Sinds 1 juli 2021 zijn de nieuwe regels van kracht voor de afstandsverkopen, zowel de intracommunautaire als die met invoer van de goederen vanuit een derdeland of derdelandsgebied. Eind augustus moeten de eerste IOSS-aangiftes ingediend worden, en eind oktober de eerste OSS-aangiftes.
Deze nieuwe regeling, hoewel ze door Europa als een vereenvoudiging werd aangekondigd, blijkt zoals verwacht in de praktijk toch nog heel wat vragen op te roepen. Om dure fouten te vermijden die naast btw-vorderingen ook nog boeten en nalatigheidsinteresten met zich meebrengen, kan je een nazicht laten uitvoeren van je eerste OSS- of IOSS-aangifte. Door zo’n audit worden fouten van bij het begin vastgesteld, kan er onmiddellijk gecorrigeerd worden en zit je daarna op de juiste weg voor de verdere aangiften.
Geïnteresseerd? Klik dan hier voor meer info.
In het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2021 is de wet van 18 juli 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie gepubliceerd.
Inzake btw gaat het om:
verlenging tot 30 september 2021 van de tijdelijke btw-verlaging naar 6% voor mondmaskers en hydroalcoholische handgels (aanpassing artikel 1ter KB 20);
verlaging van de nalatigheidsinteresten verschuldigd voor de maanden juli, augustus en september 2021: 4% i.p.v. 9,6% per jaar.
De minister heeft aangekondigd dat er een tolerantie zal worden ingevoerd zodat de tijdelijke btw-verlaging van 6% voor de afbraak en heropbouw van woningen in heel België ook van toepassing kan zijn bij de heropbouw van de door de recente overstromingen getroffen woningen. In principe moet de afbraak door de bouwheer zelf of in zijn opdracht gebeuren. Maar de tolerantie zal voorzien dat de maatregel ook zal gelden voor woningen die door de overstromingen onherstelbare schade hebben opgelopen.
De Kamer keurde enkele wegen geleden een wetsontwerp goed dat vanaf 1 januari 2022 de btw-vrijstelling voor medische diensten en ziekenhuisverzorging aanpast aan de Europese regelgeving en de rechtspraak van zowel het Grondwettelijk Hof als het Europese Hof van Justitie.
In de pers verschenen ondertussen al enkele artikelen over deze wijziging die bij heel wat mensen toch vragen oproepen. Daarom dat wij op 26 juli 2021 een korte online infosessie organiseren (10h-10h30) over deze nieuwe regels en de stand van zaken in het overleg met de fiscus waaraan wij ook deelnemen.
Klik hier voor meer info en om in te schrijven.
Ter ondersteuning van de horeca besliste de regering onlangs om vanaf 8 mei 2021 tot 30 september 2021, de btw op horecadiensten te verlagen naar 6%. Die btw-verlaging zal van toepassing zijn op zowel het eten als de alcoholische en alcoholvrije dranken die ter plaatse worden verbruikt. Om het toepasselijke btw-tarief te bepalen, moet in principe rekening gehouden worden met het tijdstip waarop het belastbaar feit zich voordoet. Dat is wanneer de dienst is verricht.
Btw-tarief op voorschotten
Maar voor bepaalde gevallen, zoals restaurantdiensten waarvoor men niet verplicht is om een factuur uit te reiken, voorziet artikel 38, § 1, 2de lid Wbtw dat het toe te passen btw-tarief, datgene is dat van kracht is op het tijdstip dat de btw opeisbaar wordt. En bij een voorschot voor deze diensten, is dat het tijdstip waarop het voorschot wordt ontvangen.
Dat betekent dat een horeca-uitbater die vóór 8 mei 2021 al een voorschot ontvangt voor een reservering tussen die datum en 30 september 2021, het btw-tarief moet toepassen dat geldt vóór 8 mei 2021. Want de btw die in dat voorschot is begrepen, wordt opeisbaar op het tijdstip dat het voorschot wordt ontvangen. Op het voorschot is dus het btw-tarief van 12% van toepassing voor de spijzen en van 21% voor de dranken die ter plaatse verbruikt zullen worden. Als bij de betaling van zo’n voorschot nog geen zekerheid bestaat over het toe te passen tarief, moet er 21% btw afgedragen worden, tenzij de exploitant de toepassing van de 12% (deels) kan verantwoorden, bijvoorbeeld bij lunches waar de forfaitaire opsplitsing 65/35 (eten/drank) wordt gehanteerd.
De fiscus heeft laten weten dat hier geen uitzonderingen op toegestaan kunnen worden. Horeca-exploitanten doen er vanuit btw-oogpunt dus best aan geen voorschotten te ontvangen vóór 8 mei 2021.
GKS
Bij het gebruik van een geregistreerd kassasysteem moet men er bijkomend rekening mee houden dat bij de ontvangst van een voorschot voor een restaurantdienst, in principe geen GKS-ticket uitgereikt moet worden. Dat moet pas als de restaurantdienst is verricht. Omdat in een GKS ook een digitaal dagontvangstenboek wordt gehouden, doet men er toch best aan het ontvangen voorschot in te tikken omdat de btw die er in begrepen is, bij de ontvangst van het voorschot opeisbaar wordt.
De fiscus aanvaardt dat voorschotten die via overschrijving werden betaald, met enige vertraging worden geregistreerd in het GKS, bijvoorbeeld bij nazicht van de rekeninguittreksels. Maar men moet wel het juiste btw-tarief toepassen. Dus geen 6% voor een voorschot op een restaurantdienst dat vóór 8 mei 2021 wordt ontvangen maar na 7 mei 2021 in het GKS wordt ingetikt.
Het GKS-ticket dat voor het voorschot is aangemaakt, mag samen met het GKS-ticket dat de restaurantdienst vaststelt aan de klant worden uitgereikt bij het afrekenen.
Minister Van Peteghem heeft laten weten dat de regering in het kader van herstelmaatregelen heeft beslist om de btw voor de horeca tot 30 september 2021 te verlagen. De maatregel zou ingaan als de horeca terug mag heropenen. De btw-verlaging is van toepassing op zowel het eten als de alcoholische en alcoholvrije dranken die ter plaatse worden verbruikt. Dat betekent dat de uitbaters die een GKS gebruiken, in dat systeem de artikelen aan de juiste tariefcode moeten koppelen. Btw-bonnetjes die het btw-tarief van 12% vermelden, zullen verder gebruikt mogen worden. De 12% moet dan manueel geschrapt en vervangen worden door 6%.
Nog niet bevestigd is dat deze tijdelijke verlaging ook zou gelden voor de door traiteurs verrichte cateringdiensten.
De fiscus verleent een uitstel voor het indienen van de btw-aangifte over de handelingen van de maand maart of het eerste kwartaal 2021 tot 3 mei 2021. Let wel, voor maandaangevers die hun btw-tegoeden maandelijks terugkrijgen (vergunninghouders en starters) wordt de teruggaaf van het btw-tegoed, na indiening van de btw-aangifte over de maand maart of het eerste kwartaal 2021, een maand later uitbetaald als die aangifte wordt ingediend na 24 april 2021. Voor btw-plichtigen die hun btw-tegoeden per kwartaal terugbetaald krijgen, heeft het uitstel voor de indiening van de aangifte geen invloed op het tijdstip van de terugbetaling.
Voor de betaling van de verschuldigde btw wordt geen uitstel verleend. Als zou blijken dat er tegen 20/4 onvoldoende btw werd betaald, zal een interest van 0,33% per maand automatisch worden toegepast op het openstaande tekort.
Voor het indienen van de intracommunautaire opgaven wordt geen uitstel verleend.
Btw-plichtigen die periodieke btw-aangiftes indienen en van wie de jaaromzet van 2020 niet meer bedraagt dan 25.000 euro, zullen in principe in de loop van de maand mei 2021 een brief ‘Toepassing van de btw-vrijstellingsregeling’ ontvangen in hun documenten op Myminfin. Degenen die aan de voorwaarden van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen voldoen en vanaf 1 juli 2021 er naar willen overschakelen, moeten de keuzeverklaring bij die brief indienen voor 10 juni 2021 bij het voor hen bevoegde team beheer.
De toepassing van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen is niet verplicht.
OSS-Unieregeling
In de aangifte van de OSS-Unieregeling kan een Belgische btw-plichtige de btw voldoen die in andere lidstaten verschuldigd is over:
de verkopen van goederen die door of voor rekening van de Belgische btw-plichtige verkoper worden verzonden vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat en waarbij de koper geen btw-nummer heeft opgegeven (intracommunautaire afstandsverkopen);
de diensten voor niet-btw-plichtige afnemers.
IOSS-regeling
In de aangifte van de IOSS-regeling kan een Belgische btw-plichtige de btw voldoen die in andere lidstaten verschuldigd is over de verkopen van goederen die door of voor rekening van de Belgische btw-plichtige verkoper worden verzonden van buiten de EU naar een lidstaat en waarbij de koper geen btw-nummer heeft opgegeven.
Micro-ondernemingsregels
Belgische btw-plichtigen die in geen enkele andere lidstaat gevestigd zijn en van wie de omzet uit hun intracommunautaire afstandsverkopen en TBE-diensten voor niet-btw-plichtige afnemers in andere lidstaten (diensten langs elektronische weg, telecommunicatiediensten en radio- en televisieomroepdiensten) op jaarbasis niet meer bedraagt dan 10.000 euro, passen de micro-ondernemingsregeling toe en blijven op deze handelingen Belgische btw aanrekenen (tenzij ze de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen toepassen). Deze micro-ondernemingsregeling is niet verplicht. Belgische btw-plichtigen die aan de voorwaarden ervan voldoen maar die micro-ondernemingsregeling niet willen toepassen, moeten hun verzoek tot uitsluiting van die regeling ook via de OSS-module op Intervat indienen.
OSS-niet-Unieregeling
In de aangifte van de OSS-niet-Unieregeling kan een niet in de EU gevestigde btw-plichtige de btw voldoen die in andere lidstaten verschuldigd is over de diensten voor niet-btw-plichtige afnemers.
Tussenpersoon
Niet in de EU gevestigde btw-plichtigen die in België gebruik willen maken van de IOSS-regeling, moeten voor de btw een tussenpersoon aanstellen. Belgische btw-plichtigen die als tussenpersoon zullen optreden, moeten zich ook via de OSS-module op Intervat registreren.
In het kader van de overheidsmaatregelen in de strijd tegen de coronacrisis laat de fiscus weten de btw-forfait voor kappers voor het eerste kwartaal 2021 bij te sturen.
Verlaging forfait 4de kwartaal 2020
Voor kappers wordt de omzet van de patroon onder de forfaitaire regeling berekend op basis van een typeprijs die wordt vermenigvuldigd met een forfaitair vastgesteld aantal typediensten. Voor de btw-aangifte over het derde kwartaal 2020 wordt dat aantal typediensten als volgt verminderd:
heren: 407 in plaats van 1140;
dames: 190 in plaats van 534.
Omzetverhoging 2020
Op onze vraag bevestigt de fiscus ook nog dat het belastbaar bedrag van het jaar 2020 niet moet worden verhoogd als bij de uitvoering van de prestaties gebruik is gemaakt van shampoos en producten die onderworpen zijn aan het tarief van 21% en waarvan de werkelijke aankoopprijs hoger is dan:
voor herenkapsalons: 4 % van de ontvangsten;
voor dameskapsalons: 11 % van de ontvangsten;
voor gemengde kapsalons:
4 % op het bedrag van de ontvangsten van het herengedeelte;
11 % op het bedrag van de ontvangsten van het damesgedeelte.
Btw-plichtigen die deze omzetverhoging toch hebben doorgevoerd in hun btw-aangifte van het vierde kwartaal 2020 kunnen ofwel een verbeterende aangifte indienen of de over die meeromzet aangegeven btw opnemen in het rooster 62 van hun btw-aangifte van het eerste kwartaal 2021.