Met haar beslissing van 22 maart 2016 publiceert de fiscus haar langverwachte commentaar op de afschaffing van de btw-vrijstelling voor ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter, en de ziekenhuisverpleging en -verzorging in het kader van dergelijke handelingen.
De btw-heffing is enkel van toepassing op ingrepen/behandelingen met een esthetisch karakter die geen enkel therapeutisch doel hebben of geen enkel functioneel ongemak trachten te verhelpen. Bovendien beperkt de btw-heffing zich tot voormelde handelingen waarvoor er geen tegemoetkoming is ingevolge de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, omdat ze niet in de RIZIV-nomenclatuur zijn opgenomen, of indien wel, niet in aanmerking komen voor een terugbetaling.
Is er geen terugbetaling voorzien door de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, maar stelt de arts zijn ingreep of behandeling toch vrij van btw omdat er een therapeutisch doel aan verbonden is of er een functioneel ongemak mee verholpen wordt, dan zal de arts dit moeten motiveren in een afzonderlijk document waarvan hij een exemplaar aan de patiënt mee geeft en een andere exemplaar bewaart in het patiëntendossier.
Is er wel een tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering voorzien, dan blijft de ingreep vrijgesteld van btw en heeft de arts geen motiveringsplicht.
Diagnose een voorafgaande onderzoeken blijven eveneens van btw vrijgesteld, tenzij dit samenvalt met zo een voormelde ingreep of behandeling die aan de btw is onderworpen.
Bovendien viseert de btw-heffing enkel de prestaties van artsen en de verzorging en verpleging door ziekenhuizen. De handelingen die tandartsen en kinesitherapeuten verrichten in het kader van de uitoefening van hun beroepswerkzaamheid blijven vrijgesteld van btw, net zoals de prestaties van verplegers en verzorgers. Maar niet enkel de esthetische chirurgen en klinieken kunnen btw verschuldigd zijn. Ook de prestaties van alle andere artsen die betrokken zijn bij zo een voormelde aan btw onderworpen ingreep of behandeling met een esthetisch karakter of de nazorg ervan, zullen aan btw onderworpen zijn.
Wat de btw-registraties voor de artsen betreft, stelt de fiscus het volgende:
Artsen die als natuurlijk persoon handelen en in eigen naam hun prestaties verrichten en hun erelonen innen: de arts zelf moet voor de btw registreren;
Artsen die handelen via een associatie: de arts zelf moet voor de btw registreren;
Professionele éénpersoonsvennootschap: de vennootschap moet registreren voor de btw;
Professionele vennootschap met rechtspersoonlijkheid: de vennootschap moet registreren voor de btw;
Professionele vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid: de fiscus aanvaardt dat enkel de maatschap moet registreren voor de btw.
Behalve de normale regeling met indiening van de periodieke btw-aangifte en de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen, voorziet de fiscus voor de artsen in nog twee andere bijzondere regelingen:
Regeling zonder indiening van btw-aangiftes: dit is voor artsen die hun voormelde aan btw onderworpen ingrepen behandelingen enkel uitoefenen via een ziekenhuis of een privékliniek. Binnen deze regeling zal het ziekenhuis of de privékliniek zelf in haar eigen btw-aangifte de omzet van de voormelde door de arts verrichte aan btw onderworpen prestaties en de erover verschuldigde btw aangeven. De arts verzaakt bij deze regeling aan zijn recht op aftrek;
Regeling bijzondere wijze van betalen: dit is voor artsen die hun voormelde aan btw onderworpen prestaties zowel via een ziekenhuis of een privékliniek als in een eigen privépraktijk verrichten. In dit geval zal het ziekenhuis of de privékliniek de omzet van de voormelde door de arts in het ziekenhuis of privékliniek verrichte aan btw onderworpen prestaties en de erover verschuldigde btw aangeven. In zijn eigen aangifte geeft de arts de omzet en verschuldigde btw aan van de door hem in zijn privépraktijk voormelde verrichte aan btw onderworpen prestaties. De omzet die het ziekenhuis in naam en voor rekening van de arts heeft aangegeven, moet de arts zelf nogmaals opnemen in het rooster 47 van zijn eigen periodieke btw-aangifte.
De verschuldigde btw moet worden berekend tegen het tarief van 21% over de door aan de patiënt aangerekende erelonen en kosten.
Aangezien de arts, het ziekenhuis of de privékliniek volgens de fiscus voor de voormelde belaste ingrepen en behandelingen enkel kan handelen met de patiënt als natuurlijke persoon, en niet met een rechtspersoon, zal de arts, het ziekenhuis of de privékliniek enkel een factuur moeten uitreiken indien de patiënt de ingreep of behandeling ondergaat voor de doeleinden van zijn of haar btw-activiteit.
Zoals steeds bij het afschaffen van een vrijstelling van artikel 44 Wbtw, kan de btw-plichtige de btw (deels) recupereren die hij in het verleden nog betaald heeft voor goederen en/of diensten die door de afschaffing van de btw-vrijstelling toch gebruikt zullen worden voor handelingen die recht op aftrek van de btw verlenen. Het gaat dan om:
Bedrijfsmiddelen waarvan de herzieningstermijn nog niet is verstreken;
Andere goederen en diensten die op het tijdstip van de afschaffing van de btw-vrijstelling nog niet zijn verbruikt.
Om deze ‘historische’ btw-aftrek te kunnen uitoefenen zal de btw-plichtige een inventaris van de betrokken goederen en diensten moeten opmaken en uiterlijk op 30 juni 2016 moeten indienen op het bevoegd btw-controlekantoor. Deze ‘historische’ aftrek wordt uitgeoefend als herziening in het rooster 62 van de periodieke btw-aangifte. Maar wanneer er niet voldoende verschuldigde btw aangegeven is om deze herziening volledig te kunnen doorvoeren, zal de herziening beperkt moeten worden tot het bedrag aan verschuldigde btw (waardoor het saldo van de btw-aangifte nul wordt). Het saldo dat niet opgenomen kan worden in rooster 62 van de btw-aangifte moet worden overgedragen naar de volgende btw-aangifte. Enkel in de aangifte van december of het vierde kwartaal 2016 zal het saldo van de herziening dat men nog niet heeft kunnen toerekenen, volledig opgenomen mogen worden in rooster 62 (wat eventueel tot een btw-tegoed op de rekening-courant kan leiden).
De beslissing voorziet ook in volgende overgangsregeling:
Tijdelijk nog vrij te stellen handelingen: artsen en ziekenhuizen kunnen de voormelde met btw te belasten esthetische ingrepen en behandelingen blijven vrijstellen tot 30 juni 2016, op voorwaarde dat:
er uiterlijk op 29 februari 2016 met de patiënt een overeenkomst wordt gesloten om de ingreep/behandeling te verrichten op een welbepaalde datum;
de ingreep/behandeling effectief wordt uitgevoerd tegen uiterlijk 30 juni 2016;
De omzet van voormelde ingrepen die aan btw onderworpen zijn en die verricht zijn gedurende de eerste zes maanden van 2016, mag volledig aangegeven worden in de aangifte van het tweede kwartaal 2016 of de maand juni;
Aanvragen voor btw-registraties die ten laatste op 31 mei 2016 zijn ingediend, zullen als tijdig worden beschouwd.
De fiscus publiceert ook nog een FAQ over de de afschaffing van de btw-vrijstelling voor ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter en de registratieformaliteiten. Artsen moeten via een bijzonder formulier ook een verklaring indienen over de btw-regeling die ze kiezen. Dat formulier moet zelfs vóór 31 mei 2016 worden ingediend.
Fisconetplus, beslissing nr. E.T. 127.740, 22 maart 2016
Minfin.fgov.be, bericht, 4 mei 2016