Hof van Justitie heeft geen bezwaar tegen btw-plicht advocaten
Sinds 1 januari 2014 zijn de prestaties van advocaten in België niet langer in het algemeen vrijgesteld door artikel 44 Wbtw (er zijn wel nog steeds specifieke vrijstelling zoals bv. maatschappelijk werk).
Bepaalde ordes trokken hiertegen naar het Europese Hof van Justitie met als argument dat de btw-heffing zou leiden tot een prijsverhoging met 21% en daardoor het recht tot toegang tot het gerecht bemoeilijkt zou worden.
Maar volgens het Hof schendt de btw-heffing op prestaties van advocaten artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie inzake de doeltreffende toegang tot het gerecht niet.
Het Hof oordeelt ook dat de pro-deo diensten van advocaten niet in aanmerking komen voor de vrijstelling voor diensten die verband houden met maatschappelijk werk.
De Belgische regering heeft in 2014 echter gekozen om de pro-deo diensten aan btw te onderwerpen aan 0% in plaats van ze vrij te stellen als maatschappelijk werk. Daardoor hoeven advocaten over die pro-deo prestaties geen btw aan te rekenen, maar blijven zij voor die handelingen wel recht op aftrek hebben. Een bedenkelijke maatregel om deze vrijstelling, die volgens het Hof van Justitie niet kan worden toegepast, te omzeilen.
HvJ, C-543/14, Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a., 28 juli 2016