Uitgavecontract volledig vrijgesteld van btw, ook al wordt voor inkomstenbelasting slechts de helft als ‘auteursrecht’ belast
Gevraagd naar onder meer de btw-regeling op de vergoedingen die aan zelfstandige journalisten en persfotografen worden toegekend ter compensatie van de cessie of concessie van auteursrechten voor de door hen gecreëerde werken, zet de rulingcommissie de regels voor de btw-vrijstelling voor contracten tot uitgave nog eens op een rij. De vergoedingen in casu worden voor 50% beschouwd als roerend inkomen dat inzake inkomstenbelasting de bijzondere regeling voor ‘auteursrechten’ geniet.
De door de auteur of toondichter gesloten contracten voor uitgave van letterkundige werken of van kunstwerken, zijn vrijgesteld van btw op basis van artikel 44, § 3, 3° Wbtw, indien de volgende drie voorwaarden vervuld zijn:
het moet gaan om een uitgavecontract
dat is gesloten door een auteur of toondichter
en dat betrekking heeft op een letterkundig werk of een kunstwerk.
Uitgavecontract
Opdat er van uitgavecontract sprake kan zijn moet de overeenkomst eerst en vooral betrekking hebben op een auteursrecht of een naburig recht. Dit recht moet bestaan in hoofde van de persoon die zelf de eigendom ervan wenst over te dragen of het gebruik ervan wenst af te staan aan een uitgever.
Bovendien moet de persoon die de rechten verkrijgt op een auteursrechtelijk beschermd werk de verplichting aangaan om het werk te publiceren. Het is daarbij van geen belang op welke wijze het werk ter beschikking wordt gesteld van het publiek, noch op welk soort drager het werk wordt geproduceerd, zolang het maar een voldoende breed publiek wordt verspreid (op papier, digitaal, internetsites, …).
Degene die uitgaveverplichting op zich neemt hoeft zelf niet in te staan voor de publicatie van het werk. Hij mag op zijn beurt een uitgavecontract sluiten met een andere uitgever.
Voor zelfstandige fotografen blijkt uit de praktijk dat zij meestal een fotoreeks overmaken zonder de garantie dat alle foto’s effectief gepubliceerd zullen worden. De toepassing van de vrijstelling van artikel 44, § 3, 3° Wbtw is in dat geval dan ook niet mogelijk.
Bij zelfstandige journalisten daarentegen worden de aan de uitgevers aangeboden artikels wel gepubliceerd (dat is in principe ook zo opgenomen in het protocolakkoord afgesloten met de journalisten), dus is de vrijstelling van artikel 44, § 3, 3° Wbtw in principe wel van toepassing, indien de andere hierna vermelde voorwaarden uiteraard ook vervuld zijn.
Contract afgesloten door auteur
De btw-vrijstelling voor uitgavecontracten is maar van toepassing voor zover dat contract wordt afgesloten door de auteur van het auteursrechtelijk beschermde werk. Artikel XI.170, 1ste lid van het Wetboek Economisch Recht (WER) stelt dat de oorspronkelijke auteursrechthebbende de natuurlijke persoon is die het werk heeft gecreëerd. Bijgevolg komen voor de vrijstelling van artikel 44, § 3, 3° Wbtw enkel de uitgavecontracten in aanmerking die worden afgesloten door een natuurlijk persoon.
Letterkundige werken
Voor de vrijstelling van artikel 44, § 3° Wbtw is vereist dat het uitgavecontract betrekking heeft op letterkundige werken of kunstwerken die auteursrechtelijke bescherming genieten.
Letterkundige werken zijn volgens artikel XI.172. § 1 WER, de geschriften van welke aard ook, alsmede lessen, voordrachten, redevoeringen, preken of andere mondelinge uitingen van de gedachte. De fiscus hanteert een gelijkaardige definitie: ‘alle voortbrengselen op het gebied van de letterkunde, wetenschap en kunst, zoals boeken, brochures, teksten van persartikels, voordrachten, toespraken, preken en andere geschriften van die aard, enz.
Overdrachten van informatie die geen persoonlijk en origineel werkstuk van de journalist zijn, voldoen niet aan deze voorwaarde en komen dus niet in aanmerking voor de btw-vrijstelling van artikel 44, § 3, 3° Wbtw.
Komt voor de btw dan enkel het gedeelte van het inkomen van de journalist dat aan de cessie of concessie van auteursrechten wordt toegewezen in aanmerking voor de btw-vrijstelling voor contracten tot uitgave? Daarop antwoordt de rulingcommissie dat de notie ‘uitgavecontract’ voor de toepassing van de btw op een autonome wijze geïnterpreteerd moet worden, en dat stemt niet volledig overeen met de notie van ‘cessie of concessie van auteursrechten’ voor doeleinden van de inkomstenbelastingen.
Bijgevolg komt de door de zelfstandige journalisten verkregen vergoeding (overeenkomstig het protocolakkoord voor de overdracht van hun auteursrechtelijk beschermde werken) volledig in aanmerking voor de btw-vrijstelling van artikel 44, § 3, 3° Wbtw, uiteraard voor zover de voorwaarden van kwalificatie als uitgavecontract vervuld zijn.
Fisconetplus, voorafgaande beslissing nr. 2017.154, 4 april 2017