Vervroegd innen van maandelijkse termijnen bij beëindiging overeenkomst voor einde minimumduur is geen schadevergoeding

Gepubliceerd op 12 juni 2018

Er valt vaak te discussiëren of een ‘compensatiebetaling’ een niet aan de btw onderworpen schadevergoeding is, dan wel of het toch een vergoeding betreft voor een eventuele belastbare goederenlevering of dienstprestatie.
In de zaak Société thermale d’Eugénie-les-Bains oordeelde het Europese Hof van Justitie dat het inhouden door een hotelier van een door de klant betaald voorschot als forfaitaire vergoeding ter compensatie van de schade die de hotelier heeft geleden als gevolg van de annulering door de klant, geen vergoeding voor een dienst is en geen deel uitmaakt van de maatstaf van heffing voor de btw.
In de zaak Air France-KLM en Hop!-Brit Air besliste het Hof dat het bijhouden door een luchtvaartmaatschappij van de betaling van een vliegtuigticket door de reiziger die er uiteindelijk geen gebruik van maakt, geen contractuele schadevergoeding is die niet aan de btw is onderworpen, maar wel de vergoeding voor een vervoersdienst, ook al heeft de passagier uiteindelijk geen gebruik gemaakt van de aangeboden vervoersdienst. Het Hof kwam onder meer tot deze conclusie omdat de ingehouden vergoeding gelijk was aan de door de reiziger volledig te betalen prijs voor het ticket. Bovendien kunnen luchtvaartmaatschappijen die niet-benutte dienst doorverkopen aan andere passagiers zonder dat ze de verplichting hebben de betaalde prijs aan de oorspronkelijke passagier terug te betalen. Bij gebrek aan schade is het in dergelijk geval volgens het Hof niet gerechtvaardigd om een schadevergoeding toe te kennen.
Een nieuwe zaak over compensatiebetalingen die aan het Hof wordt voorgelegd, betreft de Portugese firma MEO die actief is in de telecomsector. In bepaalde overeenkomsten tussen MEO en haar klanten is voorzien dat de klant gedurende een minimumperiode aan de overeenkomst gebonden is. In die gevallen geniet de klant bepaalde gunstige voorwaarden, zoals lagere maandelijkse termijnen. Als MEO omwille van een aan de klant toe te rekenen reden de diensten deactiveert voor het einde van die minimumperiode, is de klant een bedrag verschuldigd gelijk aan die maandelijks termijn vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de minimumcontractduur niet in acht is genomen (het compensatiebedrag). Dat is onder meer het geval bij niet-betaling door de klant van de contractueel verschuldigde maandelijkse termijnen.
MEO reikt voor deze compensatiebedragen facturen uit met de uitdrukkelijke vermelding ‘niet aan btw onderworpen’.
De Portugese fiscus is echter van oordeel dat die compensatiebedragen geen schadevergoedingen zijn en wel degelijk aan de btw onderworpen zijn.
Advocaat-generaal (AG) Kokott heeft in deze zaak haar conclusies overgemaakt aan het Hof. Volgens de AG zit deze zaak ergens tussen de twee eerder aangehaalde zaken over compensatiebedragen. Enerzijds verricht MEO na de deactivering van de aansluiting geen diensten meer voor de klant, anderzijds is de vergoeding die de klant moet betalen als hij in gebreke blijft gelijk aan de nettovergoeding​ die oorspronkelijk voor de diensten is overeengekomen. De betaalde prijs heeft betrekking op een dienst (internetaansluiting), alleen de omvang van die dienst staat nog niet vast.
Dus de klant betaalt uiteindelijk toch de overeengekomen vergoeding, alleen niet langer in maandelijkse termijnen. Men kan zich dus ook terecht afvragen welke de door MEO ‘geleden schade’ zou zijn.
Economisch beschouwd is de ‘compensatiebetaling’ gewoon de betaling van het restant van de maandelijkse termijnen die, net zoals de eerder voldane termijnen, bedoeld is om de reeds geleverde diensten te vergoeden​.
Volgens de AG is er dan ook sprake van een onder bezwarende titel verrichte dienst in de zin van artikel 2, lid 1, onder c), van de btw-richtlijn.
De AG verduidelijkt nog dat de ontvangen compensatiebetalingen inclusief btw zijn en dat de btw die over de aangerekende compensatiebetalingen door MEO verschuldigd is, vatbaar is voor teruggaaf wanneer in voldoende mate vaststaat dat MEO van de klant geen betaling meer van de compensatievergoeding zal ontvangen.

HvJ, conclusie AG, C-295/17, MEO, 7 juni 2018


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?