Een btw-plichtige baat op basis van concessieovereenkomsten enkele eetgelegenheden uit in stations van de NMBS. Die laatste zet die overeenkomsten stop waardoor de btw-plichtige met ingang van 1 december 2017 hieruit geen inkomsten meer haalt.
De NMBS factureert nadien nog een bijkomende vergoeding (149.500,00 euro + 31.395,00 euro btw) voor die concessies. De factuur hiervoor vermeldt als omschrijving ‘bijfacturatie op basis van gecertificeerde omzet voor de periode 09/03/2018 tot 09/03/2018’. Omdat de btw-plichtige op die datum geen inkomsten meer haalde uit de betrokken eetgelegenheden, weigert de fiscus de btw-aftrek.
Voor de rechter is het op basis van de voorgelegde gegevens duidelijk dat deze bijkomende facturering wel degelijk kadert in de economische activiteiten van de btw-plichtige, ondanks de vermelding van de datum 9 maart 2018 op de factuur. Het gaat over door de NMBS verleende diensten in het kader van de (stopgezette) concessieovereenkomsten waarvoor pas in maart 2018, dus nadat de concessies onmiddellijk zijn stopgezet, een zogenaamde ‘bijfacturatie’ wordt gedaan door de NMBS.
Rb. Brussel, rolnr. 2021/2999/A, 6 februari 2024
Bestaande klant?
Nieuwe klant?
Bericht voor abonnees: heb je een btw-vraag? Log dan in en stel je vraag via de “stel uw vraag” knop bovenaan.
De btw-lijn BV
Roderveldlaan 100 bus 6
2640 Mortsel (België)
info@btw-lijn.be
BE 0629.761.216