Praktische richtlijnen voor keuze werkelijk gebruik gepubliceerd

Gepubliceerd op 22 januari 2023

Voor gemengde btw-plichtigen voert de wet van 27 december 2021 (B.S. 31.12.2021) vanaf 1 januari 2023 de verplichting in om voorafgaandelijk kennisgeving te doen aan het bevoegd btw-kantoor als zij ervoor kiezen hun btw-aftrek uit te oefenen via de methode van het werkelijke gebruik. Gemengde btw-plichtigen die reeds op 31 december 2022 hun recht op btw-aftrek uitoefenen op basis van dat werkelijk gebruik, moeten deze kennisgeving doen vóór 30 juni 2023.

In het KB van 26 oktober 2022 (B.S. dd. 10.11.2022) worden onder meer de wijze waarop die kennisgeving moet gebeuren en de procedure volgens dewelke de btw-plichtige kan worden verplicht om zijn recht op btw-aftrek uit te oefenen op basis van het werkelijk gebruik, vastgelegd.

De fiscus heeft nu ook enkele praktische richtlijnen hierover op zijn website geplaatst.

Toepassing werkelijk gebruik voor de eerste keer

Gemengde btw-plichtigen die voor hun btw-aftrek de eerste keer het werkelijk gebruik willen toepassen, moeten dit aan de fiscus laten weten via de aangifte e604A (aanvang btw-activiteit) of e604B (wijziging btw-activiteit). De fiscus belooft dat de e604-toepassing op MyMinfin in de loop van januari 2023 hiervoor aangepast zal zijn.

Btw-plichtigen die al gemengde btw-plichtige zijn en het algemeen verhoudingsgetal toepassen, en die willen overschakelen naar het werkelijk gebruik, moeten deze kennisgeving doen vóór het einde van het eerste aangiftetijdvak van het lopende kalenderjaar. De keuze voor het werkelijk gebruik vangt dan aan op 1 januari van dat jaar.

Degenen die ingevolge de aanvang of wijziging van hun btw-activiteiten voor de eerste keer gemengde btw-plichtige worden en het werkelijk gebruik willen toepassen, doen deze kennisgeving vóór het einde van het eerste aangiftetijdvak dat volgt op de aanvang of de wijziging van de btw-activiteit. De keuze voor het werkelijke gebruik gaat dan in vanaf de eerste dag van de aangifteperiode volgend op de aanvang of wijziging van de btw-activiteit. De fiscus verduidelijkt in zijn mededeling dat hij aanvaardt dat de regeling voor het werkelijk gebruik al meteen wordt toegepast vanaf de aanvang of wijziging van de activiteit.

De gemengde btw-plichtige die voor het werkelijk gebruik kiest, hangt voor minstens vier jaar vast aan die keuze (ten minste tot 31 december van het derde jaar na de datum waarin de keuze voor het werkelijk gebruik is ingegaan).

De gemengde btw-plichtigen die hun keuze voor het werkelijke gebruik willen stopzetten, doen opnieuw een voorafgaande kennisgeving via de aangifte e604B. Die keuze heeft uitwerking vanaf 1 januari van het jaar volgend op de kennisgeving.

Reeds toepassing werkelijk gebruik op 31 december 2022

Gemengde btw-plichtigen die op 31 december 2022 het werkelijk gebruik al toepassen, moeten daarvan ook op dezelfde wijze een kennisgeving doen (ook al werd in het verleden schriftelijk een verzoek voor de toepassing van het werkelijke gebruik ingediend), en dit uiterlijk op 30 juni 2022.

Weigering toepassing werkelijk gebruik

Volgens de nieuwe procedure geeft de fiscus geen expliciete toestemming meer voor de toepassing van het werkelijk gebruik. Hij kan die methode wel weigeren als hij vindt dat de btw-aftrek volgens het werkelijk gebruik niet of niet meer met de werkelijkheid overeenstemt.

In dat geval moet hij ten laatste op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin de keuze voor het werkelijk gebruik is aangevangen, een gemotiveerde weigeringsbeslissing meedelen aan de btw-plichtige. De weigeringsbeslissing geldt (voor een onbepaalde termijn) vanaf de eerste dag van het aangiftetijdvak waarin de btw-plichtige de kennisgeving van zijn keuze voor het werkelijk gebruik heeft gedaan.

Bijkomende info meedelen
Ook moeten btw-plichtigen die voor het werkelijke gebruik kiezen, via Intervat bijkomende informatie aan de fiscus bezorgen. Het gaat om:

  • het definitieve algemene verhoudingsgetal over het voorgaande kalenderjaar (als dat werd toegepast;
  • de opdeling, in procenten, van de aangerekende btw op de handelingen:
    • die uitsluitend gebruikt worden voor de bedrijfsafdeling(en) waarvan de handelingen volledig recht op aftrek verlenen;
    • die uitsluitend gebruikt worden voor de bedrijfsafdeling(en) waarvan de handelingen geen recht op aftrek verlenen;
    • of tegelijkertijd worden gebruikt voor beide types bedrijfsafdelingen;
  • het/de bijzondere verhoudingsgetal(len).

Btw-plichtigen die in 2023 of later het werkelijk gebruik voor de eerste keer willen toepassen, bezorgen deze informatie bij de indiening van de periodieke btw-aangifte over het eerste kwartaal (kwartaalaangevers) of één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar (maandaangevers).

De btw-plichtigen die reeds op 31 december 2022 het werkelijke gebruik al toepassen, geven deze informatie mee bij hun periodieke btw-aangifte over het eerste kwartaal 2023 (kwartaalaangevers) of ten laatste in de periodieke btw-aangifte over mei 2023 (maandaangevers).

Laattijdige kennisgeving: gevolgen

Gebeurt de voorafgaande kennisgeving en/of mededeling van bijkomende info niet binnen de hiervoor vermelde termijnen, dan mag het werkelijk gebruik niet toegepast worden. Dat zal pas kunnen vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar, op voorwaarde dat er eerst tijdig een nieuwe kennisgeving gebeurt.

FOD Financiën, nieuwsbericht, 22 december 2022


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?