Margeregeling op de verkoop van door demontage bekomen wisselstukken

Gepubliceerd op 10 februari 2017

​Sjelle Autogenbrug is een in Denemarken gevestigd autorecyclagebedrijf. Haar voornaamste activiteit is het verkopen van auto-onderdelen die bekomen worden uit het demonteren van autowrakken. Daarnaast verzorgt zij ook de milieubehandeling en de verwerking van de afval van die voertuigen. Dat is een voorwaarde om de reserveonderdelen uit die voertuigen te mogen demonteren. Bijkomstig realiseert zij ook opbrengsten uit de verkoop van na de verwerking en de demontage overblijvend metaalafval (schroot).
De autowrakken koopt Sjelle Autogenbrug aan bij particulieren en verzekeraars. De particulieren noch de verzekeraars geven btw aan over de verkopen.
Sjelle Autogenbrug verzoekt de Deense fiscus om een ruling voor de toepassing van de bijzondere regeling van de btw-heffing via de winstmarge voor gebruikte goederen. De Deense fiscus weigert deze regeling omdat de auto-onderdelen niet beschouwd zouden kunnen worden als ‘gebruikte goederen’ zoals bedoeld in de bijzondere winstmargeregeling.
Gebruikte goederen in de zin van de margeregeling zijn volgens artikel 311 lid 1 punt 1 van de btw-richtlijn: ‘roerende lichamelijke zaken die in de staat waarin zij verkeren of na herstelling opnieuw kunnen worden gebruikt’.
Volgens het Hof blijkt nergens uit die bepaling dat die herbruikbare goederen niet mogen voortkomen uit het demonteren van een ander goed waarin zij als onderdeel waren verwerkt. Het demonteren verandert niets aan de kwalificatie van het gedemonteerde goed als een ‘gebruikt goed’, voor zover het in de staat waarin het verkeert of na herstelling opnieuw kan worden gebruikt. Belangrijk is dat dit goed zijn functionaliteiten heeft behouden die het had toen het nog nieuw was, en dat het daarom, in de staat waarin het verkeert of na herstelling, opnieuw kan worden gebuikt.​
Het Hof oordeelt dat dit ook het geval is voor autoreserveonderdelen die uit een autowrak worden gedemonteerd, omdat die onderdelen na het demonteren uit het voertuig hun functionaliteiten behouden die zij hadden toen zij nieuw waren, en dus voor dezelfde doeleinden opnieuw kunnen worden gebruikt.
Het niet mogen toepassen van de margeregeling op de verkoop van reserveonderdelen die uit autowrakken zijn gedemonteerd, zou haaks staan op de doelstelling van die bijzondere margeregeling, namelijk het vermijden van dubbele belasting en mededingingsverstoring tussen btw-plichtigen​ op het gebied van gebruikte goederen.
Uiteraard moeten wel alle andere voorwaarden voor de toepassing van de margeregeling vervuld zijn, zoals onder meer het feit dat het voertuig aangekocht moet zijn bij een persoon die de btw over de aankoop niet heeft kunnen recupereren.
Dat de marge gerealiseerd bij de verkoop van een door demontage bekomen auto-onderdeel moeilijk vast te stellen zou zijn, omdat de aankoopprijs moeilijk vast te stellen is, mag geen reden zijn om de toepassing van die margeregeling te weigeren.
HvJ, C-471/15, Sjelle Autogenbrug, 18 januari 2017


Heb je graag toegang tot de nieuwsberichten?

Bestaande klant?

Nieuwe klant?